Posts tonen met het label edelhert. Alle posts tonen
Posts tonen met het label edelhert. Alle posts tonen

maandag 2 april 2018

Natuurspoorjournaal #105 - Kauwproppen

In de afgelopen weken vond ik kort achter elkaar een zogenaamde kauwprop. Zo'n kauwprop is niets anders dan een fijngekauwde en weer uitgespuugde hoopje plantenresten. Bij de eerste vondst ging het om een prop pitrus op het landgoed Welna op de Veluwe (zie foto 1). Aan de prenten die eromheen stonden konden we opmaken dat het van een wild zwijn was.
Foto 1. Kauwprop (pitrus) van wild zwijn. Welna, Veluwe.
Dat wilde zwijnen die soort sporen achterlaten, had ik al eerder gezien in de nawinter. Nagenoeg al het hoogwaardige voedsel is op, maar de honger blijft. Ze proberen dan in leven te blijven van planten die nagenoeg niets opleveren. Of zoals Gerrit Jan Spek het zei in een mailwisseling: 'Misschien ga je dan net niet dood.'

Foto 2. Vastgelegd stuifzand met o.a. buntgras. Kootwijkerzand.
Een paar weken later vond ik op het vastgelegde stuifzand bij Kootwijk (zie foto 2) soortgelijke proppen (foto 3), maar nu waren het restanten buntgras. Ook hier ging ik er weer vanuit dat het afkomstig was van wilde zwijnen, maar hoe ik ook zocht, ik kon niet één prent of een ander spoor van een wild zwijn vinden. Daarentegen miegelde het van de edelhertprenten en ook lagen her en der uitwerpselen van edelherten.

Foto 3. Kauwprop (buntgras), hoogstwaarschijnlijk van edelhert. Kootwijkerzand.
Ik ken dit fenomeen niet van herten en daarom stuurde ik de foto's naar faunaspecialist Gerrit Jan.  Hij kent die kauwproppen vooral ook van wilde zwijnen en niet direct van herten. Maar hij heeft herten wel eerder op buntgras zien foerageren. Toen was het ze om de bloeiwijzen te doen. Buntgras lijkt in deze tijd van het jaar ook voor herten niet echt een ideale voedselbron, maar ook zij hebben vast honger nu. Of ik heb gewoon niet goed genoeg gezocht en tientallen zwijnenprenten over het hoofd gezien. Dat kan natuurlijk ook...
Ergo, wel eens edelherten op buntgras zien foerageren, kauwproppen zien produceren of er ergens iets over gelezen? Ik hoor het graag!

vrijdag 5 augustus 2016

Wilde plekken #4a - Lausitz

Zoals beloofd nog een filmpje van leuke 'dingen' die we in de Lausitz tegen kwamen. Het is allemaal niet heel profi (statief vergeten) en scherp, maar geeft wel een mooie indruk van de plek en wat er allemaal kan gebeuren als je wat langer op één bepaalde blijft.


vrijdag 15 juli 2016

Wacht en geniet

Edelhert-hinde met haar kalf. (foto Nicolette Branderhorst)
Als natuurgenieter ben ik opgegroeid met het idee dat je in beweging moet zijn. In het verleden ging dat vrij extreem door met de auto van de ene bijzondere vogelsoort naar de andere te scheuren. De laatste jaren is het tempo steeds verder gezakt. Van fietsen, naar wandelen, naar struinen. De laatste tijd heb ik de voor mij ultieme vorm van bewegen in de natuur gevonden: stil zitten.

Natuurschrijver Koos van Zomeren schreef al eens iets in de trant van: als je ergens gaat zitten, trekt de natuur vanzelf aan je voorbij. In de afgelopen week was ik met Ursula, Raya en Nicolette in de Lausitz en hebben we deze bewegingsvorm meerdere malen in de praktijk gebracht. We hadden allemaal onze eigen beweegredenen om naar het oosten van Duitsland af te reizen, maar het leitmotiv was wolf. Over de avonturen rondom dit prachtige dier schrijf ik binnenkort een stuk in het Friesch Dagblad.

Als bijvangst hadden we aan de rand van een van de vele voormalige karperkweekvijvers een uitzichttoren gevonden waar het uitstekend toeven was. Twee avonden stonden we van uur of zeven tot in de schemering te wachten tot we niets meer konden zien. Maar die drie uurtjes daartussen waren wat mij betreft de aangenaamste van onze reis. De natuur trok inderdaad aan ons voorbij, in vele gedaanten.

Jonge (onscherpe) groene specht. 
Van een zwaar gekneusde avondlucht tot een ruisend regenconcert. Van voedsel zoekende wasberen tot een overstekende otter. Van duttende zeearenden tot een haastige havik die een tijdje werd begeleid door honderden zwaluwen. Van parende grauwe klauwieren tot een poserende jonge groene specht. Van een bosmuis die langdurig van bremzaden snoepte tot kraanvogels die luid roepend een overnachtingsplekje zochten. Van een rotte wilde zwijnen tot een door het water ploegende edelhert-hinde met haar kalf. Dat. En nog veel meer. Het enige wat we er voor hoefden te doen was een beetje stil zijn en genieten...

(Later dit weekend zal ik nog wat bewegende beelden delen.)



woensdag 7 oktober 2015

Natuurspoorjournaal #84 - Klein geluk in de bergen

Zicht op Val Tasna.
Het regende een beetje, dus gingen we naar buiten. Het berglandschap hier in het Unterengadin is met laaghangende wolken even mooi als met een knallende zon. Misschien wel mooier. De afgelopen dagen hebben we al mooie tochten gemaakt. We zagen steenarenden, alpensneeuwhoenders, gemzen, notenkrakers, waterpiepers, reeën, edelherten, raven, alpenkauwen en zowaar mijn eerste alpengierzwaluw in de Alpen. Een zeldzaamheid in deze hoek van Zwitserland.
Hij vloog in een groepje rotszwaluwen boven pension La Randulina in Ramosch. Je neemt waar dat er iets anders door die groep scheert, denkt eerst aan een ´gewone´ gierzwaluw, maar ergens in je hoofd is er een stemmetje dat zegt, hij vliegt anders, hij is groter. Haal je verrekijker! Nu! En door die kijker zag ik pas die witte borst. Prachtige vogel!

Ochtendlicht boven de Piz Nair en de Piz Lad. Vanuit het raam van onze kamer.
Vandaag liepen we door het Val Tasna bij Ftan naar Alp Laret en Scuol. Weer een fijne tocht, ondanks het feit dat de hele dag sputterde zoals gezegd. Het was niet een hele zware, lange of heroïsche wandeling, maar daar ben ik ook niet zo van. Door mijn treuzeltempo hoop ik meer te zien van het dierenleven in de bergen en de sporen die ze achterlaten.
Voor wat dat laatste betreft, is het hier hard werken. Geen mooie modder- en zandpaden zoals in Nederland. Natuurlijk zijn er de notenkrakers die nu druk de zaden van de alpendennen verzamelen en verstoppen. In het Tamangur, het hoogste alpendennenbos van Europa, vind je honderden uitgehaalde dennenappels. De zaden van die alpenden lijken een beetje op pijnboompitten. Energiebommetjes die de notenkrakers de winter door moeten helpen.

Edelhertprenten op een nieuwe zandbank langs de Inn.
Verder vind je af en toe een prent van een hert of ree dat toevallig dat enige modderstukje op een pad heeft overgestoken. Gisteren vond ik langs de Inn een nieuwe grindbank met wat zandige plekken. Hier hadden edelherten gelopen. Een prachtig beeld, zo'n hert dat richting het kolkende water loopt. Wat heeft hij daar te zoeken? Wat trekt hem? Of kan hij net als ik zijn nieuwsgierigheid niet bedwingen en moet hij dat nieuwe stukje 'gewoon' even onderzoeken?
En vandaag zag ik weer wat ik al zo vaak heb meegemaakt in de bergen, maar me elke keer weer raakt. Een vos en ik lopen hetzelfde pad. Hij iets vaker dan ik gezien de grote hoeveelheid uitwerpselen die we vonden. Ik heb het nu al zo vaak gezien, maar het verveelt me nooit. Klein geluk in die grootse bergen.

Uitwerpsel van een bos, natuurlijk op een hoog plekje langs het pad.

zondag 7 december 2014

Natuurspoorjournaal #72 - Wilde zwijnen met geweren

Spoor van wild zwijn. Bij de pijltjes
zijn de sporen van de houwers te zien.
Ik moet er nog even aan wennen, het vakjargon (aanspreken) dat wordt gebezigd rond dieren als edelhert en wild zwijn, of eigenlijk moet ik zeggen roodwild en zwartwild. Veel van die termen zijn afkomstig uit de wereld van de jacht en het boeit me wel hoe die geheel eigen vocabulaire is ontstaan, laveien voor foerageren, kaalwild voor herten die geen gewei dragen, lopers voor poten. Het mooiste woord dat ik tot nu heb gehoord is houwers.

Ik leerde het woord kennen bij een diersporenexcursie op de Veluwe met een tiental natuurgidsen van Staatsbosbeheer. In het mosplakkaat op de stamvoet van een kleine eik was een stuk opengewerkt. Ik was er aan voorbij gelopen, in gedachten al bij de boommarterboom die ik verderop wist te staan. 'Weet je wat dit is?', vroeg een van de deelnemers. Er ging eerlijk gezegd niet meteen een lichtje branden
   'Het is van wild zwijn, je kunt de sporen van de houwers nog zien.'

En toen gebeurde er in mijn hoofd iets grappigs. Ik dacht dat met houwers de bijhoeven werden bedoeld, daar hadden we het een groot deel van de ochtend immers over gehad. Ik zag een varken voor me dat uit de top van de boom was afgedaald en dat zich op het laatst schrap zette voor een klein maar galant afsprongetje. De houwers hadden daarbij twee evenwijdige remsporen achtergelaten, de hoef had een stuk mos voor zich uitgeduwd.

'Hoe gaat dat dan in zijn werk?', vroeg ik voorzichtig. Ik heb inmiddels geleerd mijn vooroordelen in diersporenland ver naar de achtergrond te verdringen.
   'Nou gewoon, hij zet zijn snuit in het mos en gaat met zijn kop omhoog.'

Aha. Houwers zijn dus de grote 'slagtanden' van een keiler, oftewel een beer, een volwassen mannelijk wild zwijn. Als kind dacht ik trouwens dat die dingen slachttanden heetten. In dieren die een paar van die imposante werktuigen hadden, zag ik wel een analogie met onze plaatselijke slager Cramer. Maar goed, houwers dus. Weer wat geleerd.

Ik word vast nog wel eens een volleerd aanspreker. Of niet, want in een boek over wilde zwijnen lees ik later dat die houwers eigenlijk geweren heten en dat leidt weer tot geheel nieuwe beelden in mijn hoofd.

zaterdag 25 oktober 2014

Natuurspoorjournaal #70 - Muizendiner op niveau

Eetplaatsjes van een bosmuis in een meidoornstruik. - Uiterwaarden nabij Afferden (GLD)
De hele dag buiten, de eerste helft  met een groep leuke mensen kleitrappen door de uiterwaarden langs de Waal en daarna nog een paar uurtjes alleen over noordelijke Veluwe gestruind. En wat verwacht je dan van zo'n dag? Ergens in het achterhoofd is er de hoop op een grootse ontdekking, maar het eind van de dag zijn het juist al die kleine vondsten samen die zorgen voor groot geluk.

Via Twitter had ik me bij Marcel de Jong opgedrongen. Samen met een stuk of vijftien ander keigezellige kerels onderhouden ze voor Staatsbosbeheer de knotwilgen in uiterwaarden rond Afferden. Omdat ik wel eens in die wereld (nog nooit geweest) wilde rondneuzen en Marcel en zijn kornuiten wel oren hadden naar een dierspoorexcursie in hun territorium, was een deal snel gesloten. In een groot deel van die uiterwaarden is een prachtig 'begrazingslandschap' ontstaan met veel meidoorn. En het terrein van een oude steenfabriek is veranderd in een prachtige ruigte met brandnetel en heel veel grote klis.

Opvallend: het miegelt er van de konijnen. Kom daar in het Drentse maar eens om! Helaas had het de afgelopen nacht in de streek nog behoorlijk geregend, waardoor de kleiige paden al snel veranderen in kleine riviertjes. We vonden dan ook relatief weinig sporen. We moesten hard werken voor een paar reeënprenten en ik had mazzel dat Jos Litjes deel uitmaakt van de knotploeg die tot verbazing van zijn ploeggenoten veel van sporen wist.

Confetti
Ik werd het meest getroffen door een eetplaatsje van een bosmuis op anderhalve meter hoogte in een meidoorn. Het diertje had zich tegoed gedaan aan de bessen van de struik en de restanten lagen als kleine bultjes confetti verspreid op de takken. Even later vonden we de prenten van een vos die in volle vaart door de klei was gedenderd, misschien wel op konijnenjacht. Dat beeld drong zich in ieder geval bij me op.

Een ander klein hoogtepuntje was de herontdekking van een aantal dassenpijpen. Of eigenlijk was het meer een heroriëntatie. Marcel had een jaar geleden de enorme bulten grond ook al eens gefotografeerd en zich verbaasd over het enorme grondverzet. Toen ik erg enthousiast begon te doen dat het mogelijk van das was, liet hij me de foto zien waarop duidelijk nestmateriaal te zien was dat op de 'oprit' lag. Vorig jaar zat er dus nog een das en het zou me niet verbazen als hij er nog steeds is, ondanks een af en toe inwonende vos.

De dag eindigde waar, hij begon. In Vierhouten. Ergens in december mag ik met een andere club vrijwilligers van Staatsbosbeheer op pad. En nu ik er toch weer langsreed, kon ik alvast wel een verkenningsrondje doen. En waar ik me normaal op de Veluwe altijd weer zo verwonder over zoveel sporen, was er nu relatief weinig bijzonders te vinden. Maar toch weer genoeg om met een brede glimlach op het gezicht terug te rijden naar Drenthe.

Veegboom van edelhert - Noord-Veluwe.

dinsdag 28 januari 2014

Natuurspoorjournaal #59 - Harz #2

Even kort door de bocht, missie Lynx episode 4 is ook mislukt. Voor de duidelijkheid, ik hoef niet per se een lynx te zien, maar een prentje (of twee) zou wel aardig zijn. De ranger (zo noemde hij zichzelf, daar kan ik ook niets aan doen) in het infocentrum in Bad Harzburg gaf ons nog een beetje hoop. Rond de luchsgehege werd af en toe ook een vrijlevende lynx gezien met haar drie jongen van vorig jaar. Maar hoe we ook zochten op ons zes uur durende struintochtje geen spoor van die turbopoezen natuurlijk.

Wilde kat?
Wel vonden we op een verder onbelopen paadje twee andere, niet kakelverse, prenten in de categorie zeer verdacht. Op foto 1 zie je een van beide. Vijf centimeter lang en ongeveer even breed. Een middenkussen in de vorm van een verse babyneus, licht asymmetrisch staande teenkussens, geen duidelijke nagelindrukken. Dat hadden we allemaal beredeneerd na ongeveer vijf minuten observeren en meten. Maar het eerste wat ik zei toen ik de prent zag was geloof ik: O my god. Waarop Nicolette meteen zei: O my cat. Maar het is de eerste keer dat we de prent van een wilde kat zouden vinden, dus ga ik toch Annemarie van Diepenbeek maar even lastig vallen. 

Foto 1. Prent van een wilde kat?
En het was toch al geen beroerde dag, ondanks het gemis van de lynx. We volgden tientallen keren voor kortere of langere tijd de 'trail' van een vos. Zagen meerdere keren boommarters en bosmuizen over het pad hoppen, vonden prenten van wild zwijn en wasbeer en meterslange gangen van woelmuizen. 

Boommarter
Het meest werden we in beslag genomen door twee prachtige boommarterwissels. Na lang zoeken vond ik soms een prentje waar de teenkussens nog een beetje te zien waren, maar bij de meeste moest ik het doen met de contouren, wat natuurlijk ook niet zo gek is bij boommarterprenten. Ze hebben immers nogal een fors 'behang' tussen de teenkussens. 
De drukbelopen wissel kwam uit het bos (zie foto 2), stak het pad over, het talud af, linea recta naar een van de 2 plekken waar ze, op een traject van ongeveer 3 kilometer, de snelstromende Ecker over konden steken. Bij de eerste plek werd een liggende boom gebruikt die volledig de beek overspande (foto 3), bij de tweede plek geval hopten ze van steen naar steen naar boom (foto 4). 

Foto 2. Plek 2. Wissel van boommarter.

Foto 3. Plek 1. Boom wordt door boommarter gebruikt om de beek over te steken.

Foto 4. Plek 2. Oversteekplaatsen van de marter. Bij de onderste rode pijl is vaag
het slijtspoor te ziet waar de marter zich afzet om naar de volgende steen te
springen. Via de tak waar de bovenste rode pijl bij staat vervolgde hij zijn weg.
Vos
En dat tot slot, jullie vervelen je vast stierlijk van al dat geleuter over spoortjes in de sneeuw, natuurlijk nog wel een vossenspoor. Een dag zonder vos, is geen goede dag. Ik ben van vossen gewend dat ze redelijk 'wild' graven als ze iets eetbaars op het spoor zijn. Hier in de sneeuw en met bevroren ondergrond willen ze blijkbaar niet te veel energie verspillen. Het zijn telkens kleine krabplekjes (foto 5), meestal leidt het naar de ingang van een muizenhol. Maar ook hier heeft hij of zij het weer snel opgegeven. Op naar de volgende kans. Net als wij.

Foto 5. Loopspoor met krabplekje van een vos. 

maandag 27 januari 2014

Natuurspoorjournaal #58 - Harz #1

De Harz is voor de liefhebber van dier(sneeuw)sporen een zeer interessante regio. Het ligt op een halve dag rijden van mijn woonplaats (bij file of ongeveegde wegen doe je er beduidend langer over) en heeft iets meer sneeuwzekerheid dan Nederland. Via vrienden ben ik ooit verzeild geraakt in het plaatsje Altenau en dat is nog steeds een uitstekende plek om je basiskamp op te slaan. Zo rond deze tijd van het jaar ligt er meestal wel een prettig laagje sneeuw.

In de Harz kun je bijna alle Nederlandse zoogdiersoorten vinden, plus nog een handvol leuke extraatjes zoals wasbeer, wilde kat en lynx! Echt gemakkelijk te vinden zijn die laatste twee natuurlijk niet, maar alleen het idee dat ze er zijn, maakt de sneeuwpret alleen maar groter. 

Vannacht is er een verse laag plaksneeuw gevallen van ongeveer 10 centimeter. Waar hebben we dat aan verdiend!? We beginnen vandaag met een 'simpel' rondje vanuit huis in het Rabental, waar zoals het hoort de eerste vogel die we horen ook daadwerkelijk een raaf is. We zien ook dat er vannacht een vos door 'onze' tuin heeft gelopen en op de cameraval, die ik ongeveer 50 meter achter 'ons' huisje heb opgehangen, is te zien dat er een wild zwijn voorbij is gedenderd. 

Al vrij snel pikken we een spoor op van een eekhoorn die door de sneeuw van boomvoet naar boomvoet hopt. Typische spoorgroepjes van vier prenten bij elkaar met onderlinge afstand van 80 tot 90 centimeter. Bij elke boomvoet houdt hij even in alsof hij eerst moet checken of hij veilig naar de volgende kan. Bij één boom snuffelt hij wat langer rond wat een paar prachtige achtervoetprenten oplevert (zie foto 1). 

Foto 1. Prenten (voor- en achtervoet) van eekhoorn. 
Even verder kruist het spoor van de eekhoorn dat van een vos. De bos heeft bij een, voor hem blijkbaar belangrijk boompje, even gemarkeerd (zie foto 2, onder het boompje is een geelbruine verkleuring te zien die daarna weer deels met sneeuw is bedekt). De urinespoor ligt ongeveer dertig centimeter uit de spooras van de prenten en dus ga ik er vanuit dat de vos een man is. Maar als ik er over nadenk heb ik nog nooit een vos zien plassen zoals een hondenreu dat doet, dus met de achterpoot omhoog. De vossen die ik in levende lijve heb zien plassen, deden dat allemaal zoals een hondenteefje dat doet (al heb ik dominante hondenteef ook wel eens haar poot op zien tillen tijdens het plassen). 

Foto 2. Loopspoor van een vos met urinemarkering. 
Ons wandeltempo ligt extreem laag want om de haverklap duikt er weer een leuk spoor op. Waarom we dan juist dat ene edelhertenspoor uitkiezen om te volgen blijft een raadsel maar het blijkt wel een goede keus. Ongeveer 1,5 km volgen we het rustig stappende dier. Geregeld kruist 'ons' hert (dat aan de grootte en vorm van de prent te zien een man is) het spoor van andere edelherten die in kleine groepjes in galop of ook rustig stappend andere kanten op waaieren. 

In die 1,5 kilometer heeft het hert 3x een beetje sneeuw weggekrabt om wat te eten aan met name mos zo lijkt het. Het spoor leidt ons naar een deel van het bos waar het steeds dichter wordt. Hier vinden we uiteindelijk een slaapplaats (1,20 x 70 cm) die nog niet zo heel lang geleden verlaten is (foto 3). De plek stinkt en is nat, waarschijnlijk veroorzaakt doordat het hert bij vertrek heeft geürineerd. Drie meter verderop ligt een grote hoop keutels met dertig centimeter daarvoor een klein plasje urine...

Foto 3. Slaapplaats van een edelhert. 
We besluiten het dier, dat aan de verse prenten en andere sporen te zien, kort geleden rustig is vertrokken niet verder te volgen. Het is goed zo, de kans dat we het dier onnodig verstoren wordt steeds groter en dat is nou ook weer niet de bedoeling. We hebben al eten ingeslagen voor vanavond...

Na nog wat onhandig geklauter en geglibber over een snel stromend beekje besluiten we de makkelijke route terug naar huis te nemen. We lopen langs de rand van de Okerstausee over het Eichornpfad. Er ligt nog maar een dunne laag ijs op het meer. In ieder geval veel te dun om een edelhert te houden. Een hert dat het toch wilde proberen is door het ijs gezakt en heeft een rondje moeten 'zwemmen' om weer aan wal te komen (foto 4). 
Foto 4. Een edelhert is door het ijs gezakt,
heeft een rondje gezwommen en is
weer aan wal geklommen. 
Wat dichterbij het dorp vinden we nog een erg leuk winters spoor veroorzaakt door eekhoorns. Op het pad liggen stukjes sparrentwijg van ongeveer 6 tot 8 centimeter lang. Als je die twijgjes van dichterbij bekijkt zie je dat de knoppen eraf gegeten zijn (foto 5). Ook aan de zijde waar de twijg aan de boom heeft gezeten, zijn soms snijvlakken van de tanden te zien. 

Foto 5. Knoppenvraat bij sparren veroorzaakt door eekhoorns.
Zo, en wat kun je hier nu allemaal mee? Geen idee. Ik wilde eigenlijk alleen even vertellen dat we een erg leuke dag hebben gehad...


zondag 10 februari 2013

Natuurspoorjournaal #33 - Edelhert

Nog even een korte extra uitzending. Op de terugweg van vrienden naar huis even uitgestapt bij de Planken Wambuis. Veel sneeuw daar. De meeste mensen hadden het bos weer verlaten en de zon was  achter de bosrand gezakt. Op een gegeven moment kwamen twee reeën uit een bosvak stuiven. Door op onze knieën te gaan zitten, merkten ze ons niet op en passeerden ze op een meter of tien. Een stukje verderop liepen de veroorzakers van de onrust, een roedel van twaalf edelherten. Het gekke was, een half uurtje later kruiste dezelfde roedel nog een keer ons pad. Bij de oversteek viel me op hoe weinig prenten er stonden voor zo'n grote groep (helaas al te schemerig voor een goede foto). Als ik de roedel niet had gezien, had ik hem op basis van de prenten op vijf tot zes dieren geschat. En minstens zo verbazend voor mij was de smalle wissel die twaalf van die dieren achterlaten. Voor de Veluwe-kenners is dit natuurlijk allemaal gesneden koek, maar voor ons minstens een gebakje ;-)

Hieronder nog wel een fotootje van een ree die wisselt van 'gang'. Ze kwam in stap vanuit de bosrand de hei oplopen, schrok van iets, maakte een haakse bocht en ging over in galop de bosrand weer in. Bij de stap ontstaat er tussen de prenten een sleepspoor van de poot door de sneeuw. De prenten staan in twee parallel lopende lijnen, versprongen naast elkaar. Bij en galop staan de prenten van alle vier de poten dichter bij elkaar en ontbreekt het sleepspoor. In volle spronggalop (niet op de foto) staan alle vier de prenten vlak bij elkaar in een 'kuil'. 

'Gangwissel' van een ree. Planken Wambuis. 


vrijdag 25 januari 2013

Sneeuwspoorjournaal #1 - Vos eet poep

Met 11 dik ingepakte mensen in de Harz op zoek naar diersporen. Nou ja, op zoek. Je struikelt er over. Letterlijk soms. Vooral vossen zijn erg actief. Met een beetje goede wil word je zelf die vos. We volgden een spoor en zagen hoe hij om zijn as draaide, oftewel het spoor liep niet verder. Maar een vos doet nooit iets voor niets. En dat was hier ook het geval. Hij was een aantal keutels van een edelhert op het spoor. Groef ze op met zijn poot en misschien ook wel snuit. Misschien had hij er een paar opgegeten, als een soort snack. Maar blijkbaar was de honger nog niet groot genoeg...

Door vos opgegraven keutels van edelhert.