dinsdag 27 november 2012

Plantjes en beestjes


Het decor van vanochtend...
In alle commotie gisteren dat 'natuurbeherende clubs' meer moeten samenwerken om geld te besparen, is bij mij vooral een zinnetje blijven hangen. Hij werd uitgesproken door een woordvoerder van de ANWB, maar hij is niet uniek wat betreft dit zinnetje. 'De meeste mensen zijn niet zo geïnteresseerd in al die plantjes en beestjes, die willen vooral een leuke omgeving om in te fietsen en wandelen.' Voor dat woord omgeving wordt trouwens vaak het synoniem decor gebruikt.
Dat we meer moeten samenwerken, elkaars vliegen niet moeten afvangen, dat ben ik van harte eens met meneer Van Woerkom. Ook de analyse in Trouw van Hans Marijnissen is me wat dat betreft uit het hart gegrepen. Maar dat denigrerende over 'plantjes en beestjes' steekt me. Het is ook nog eens niet waar.
Zonder spelers wordt een decor namelijk al snel saai. Althans ik heb nog nooit iemand horen zeggen: 'Leuke avond gehad, prachtig decor, maar al die acteurs op het toneel had van mij niet gehoeven.' Of als ik mensen meeneem om naar dassen te kijken zeggen ze nooit. 'Prachtig dat bos, maar ik vond die dassen toch wel een beetje vloeken in de omgeving. Jammer dat ik ze gezien heb.'
Het mooiste bewijs dat 'plantjes en beestjes' er wel degelijk toe doen, beleefde ik ooit op de Waddenzee. Ik heb het voorbeeld al vaker aangehaald. Spiegelglad water, zonnetje, een lui klapperend zeil van een 100-jaar oude platbodem. Iedereen genoot, zelfs de mevrouw die eerder had gezegd het niet op die 'plantjes en beestjes' te hebben. Maar ik heb een plaat voor mijn kop en vertelde haar toch iets over bruinvissen, hoe je ze kunt herkennen en vooral  hoe mooi die zijn. Ineens wees ze achter de boot: maar dan zijn dat bruinvissen. Heel even zagen we ze, maar lang genoeg dat ze tranen in haar ogen kreeg.
Daar moest ik aan denken toen ik vanochtend naar mijn werkplek fietste. Boven een wat desolaat maisveld vlogen honderden vinken en kepen, op zoek naar de laatste oogstrestjes. Mijn hart maakte een sprongetje bij het zien van al die vogels. En ik weet zeker dat dat ook geldt voor die mevrouw die haar hond aan het uitlaten was. 'Prachtig hè!' riep ze me toe. Het kwam uit haar hart volgens mij.

zondag 25 november 2012

Waarom Jan Mulder nog geen vegetariër is

Blauwe kiekendief, jagend boven het riet van de Zoutkamperril. 
Ik zit achter mijn bureautje en blader door de foto's van de afgelopen weken. Ergens tussen twee onbeduidende plaatjes in, zit een foto van een vogel. Ik zoom in en zie dat het een vrouwtje blauwe kiekendief is. Huh!? Wanneer heb ik die foto gemaakt? Ik moet even graven in mijn geheugen. O ja, op weg naar het beheerkantoor in het Lauwersmeer. Ergens langs de Zoutkamperril. Het hoofd nog duf, het gemoed niet al te soepel vanwege de lange autorit, de geest al druk in de weer met alle klusjes die gedaan moeten.

Leuke pose van die blauwe kiek, maar de foto haalt de beeldbank (lang) niet. Ik kijk nog eens naar de foto en besef me dat ik me bijna niets herinner van die waarneming. Ja, ik was met een collega aan het bellen, terwijl ik langs de kant van de weg stond. Met drie dingen tegelijk bezig. 
Na het bekijken van de foto nestelt zich in mijn hoofd een 'gevaarlijke' gedachte. Ik wilde graag bij Staatsbosbeheer werken omdat ik zo genoot van het kijken naar en het bestuderen van vogels. Bovendien dacht ik bij Staatsbosbeheer op de juiste 'plek' te zijn om die fascinatie voor natuur met anderen te delen, door er over te schrijven, te vertellen, door er mooie foto's van te maken...

En wat gebeurt er? Ik werk bij Staatsbosbeheer en ben onderweg in een van de mooiste natuurgebieden van Nederland. Ik kan delen wat ik wil, op nagenoeg alle mogelijke manieren. Niemand die me tegenhoudt. Ik zie een blauwe kiekendief jagen boven het riet en in plaats van dat ik even uitstap en van het moment geniet, blijf ik in de auto zitten. Ik neem gewoon de telefoon aan terwijl ik ook later kan terugbellen omdat ik even met iets belangrijkers bezig ben. Ik erger me er kapot aan dat ik deze prachtige vogel vanuit de auto zit te begluren door de zoeker van mijn camera terwijl ik weet dat ik er toch geen bevredigende foto van kan maken. En met mijn hoofd ben ik al bezig met een vergadering die straks volgt.

Gelukkig doe ik het allemaal zelf. Niemand neemt het me kwalijk als ik de volgende keer wel even uitstap, er geen slechte foto van maak, maar gewoon kijk en bestudeer wat de vogel aan het doen is. Sterker nog, mijn entree op kantoor was een stuk gezelliger geworden als ik even vijf minuten de tijd had genomen om te genieten van die prachtige blauwe kiekendief. Ik had gezien hoe de vogel een 'gevecht' verloor met een muis. Daar had ik een hilarisch filmpje van kunnen maken. Dat was opgemerkt door De Natuur Draait Door, waardoor honderdenduizenden Nederlanders kennis hadden kunnen maken met de schoonheid van zo'n blauwe kiekendief in het al even mooie Lauwersmeer. Was ik misschien wel uitgenodigd aan tafel en had ik kunnen zeggen dat je houtsnippen niet moet opeten. Had Matthijs van Nieuwkerk me op de schouders geslagen. Was Jan Mulder spontaan vegetariër geworden. Maar bovenal was dit een veel leuker stukje geworden. Die kansen heb ik allemaal voorbij laten gaan, omdat ik het zogenaamd zo druk had. 


zondag 18 november 2012

Natuurspoorjournaal #26 - Stuiteren


Dassenprent op de natuurbrug bij Hilversum.
Het was me het weekendje wel. Gisteren was ik op uitnodiging van de Marterwerkgroep Gooi en Vechtstreek naar Hilversum afgereisd. Even voorbij Zwolle bekroop me een 'waar-ben-ik-eigenlijk-mee-bezig-gevoel'. Ruim vier uur rijden voor een lezing en een excursie. Ik moet het toch wel heel erg leuk vinden om mijn gekte voor diersporen te delen met anderen!?
En na afloop kon ik weer constateren dat DIT inderdaad verschrikkelijk leuk is. Samen met andere natuurgekken een beetje rondstruinen en van de ene in de andere verbazing of verwondering vallen. Wat er allemaal aan je voorbij trekt, is nauwelijks te bevatten. En met een beetje goede wil, of verbeeldingskracht, zie je de beesten die je niet ziet voortdurend aan je voorbij gaan. Onder een boomstronk glipt een bosmuis in zijn hol, een woelrat loopt zijn vaste route door de pitrus langs de oever of een ree gaat er in galop vandoor.
Maar het leukste die middag was een das die over de nieuwe natuurbrug achter het beheerkantoor van het Goois Natuurreservaat had gewandeld. Op zijn dooie gemak. Gewoon omdat het nu kan. Ik kreeg er een beetje een glorieus gevoel van. Telkens wordt het nut van al die natuurverbindingen weer ter discussie gesteld, vooral door politici die zonder enige schroom het oorspronkelijke leefgebied van dieren in tweeën hakken. Alsof enige terughoudendheid in onze 'ontwikkeling en vooruitgang' geen optie is.
Hoe belangrijk die veilige trekroutes voor dieren zijn, realiseerde me ik vandaag nog veel sterker. Samen met Egbert Beens en Nicolette was ik op ottersporenjacht in de Weerribben. Egbert liet ons alle hoeken gaten van 'zijn' otterparadijs zien. Ik zat te stuiteren in de boot van al dat moois. Op basis van de vele sporen trek ik de conclusie dat otters en mensen prima samen kunnen leven. Maar een beetje meer respect voor de behoefte van dieren zou niet verkeerd zijn. Stel dat een groep otters de Herestraat in Groningen onder water zou zetten zodat de McDonalds en Bijenkorf ineens onbereikbaar zijn...

Otterspraint in de Weerribben.

zondag 11 november 2012

Natuurspoorjournaal #25 - Snipperraadsel

Versnipperd beukenblad op het plantsoengras.
Op het gemeentegazon vlak bij mijn huis wordt met man en macht gewerkt om de gevallen beukenbladeren van het plantsoengras te harken. Ik voel me wel een beetje schuldig dat ik niet meedoe aan deze collectieve opruimactie. Ik ben niet zo van al dat gehark. Of beter, ik ben in het geheel niet zo'n tuinman. Uit luiheid en uit principe. 

Ik kan me trouwens wel voorstellen dat je zo'n verstikkend pak beukenbladeren van het gazon haalt. Veel groener zal het er niet van worden. De fout ligt wat mij betreft al bij het begrip gazon. Ik heb echter geaccepteerd dat veel buurtgenoten een gazon mooier vinden dan meer natuurlijk biotoop. Mijn anarchistische opvattingen beperk ik dan ook tot mijn eigen tuin. Maar stel, gazon is het 'buurtnatuurdoeltype' dan moet je beukenblad verwijderen. Anders wordt het niks. Ik heb ooit geleerd dat beukenblad nogal slecht verteerd. Maar vandaag viel me op de terugweg van een struintochtje toch iets geks op. Een groot deel van de het vers gevallen beukenblad was al in kleine stukjes gesnipperd. 

Misschien wordt het veroorzaakt door het harken van de bladeren, maar als je de randen van de bladstukjes bekijkt lijkt het meer op vraat. Ik kan echter nergens (lees op internet of in boeken) vinden of er een insect is dat relatief vers beukenblad op deze manier in stukjes knipt. Regenwormen doen dat wel weet ik, maar die trekken een blad eerst de grond in. Kortom, zo word ik op deze mooie zondag ze maar weer opgezadeld met een raadsel. En ik had me nog zo voorgenomen om vandaag mijn tijd niet te verlummelen. En dat is met het tikken van dit stukje gruwelijk mislukt. Ik kan maar beter gaan bladharken. Dan doe ik tenminste iets nuttigs.  

zaterdag 3 november 2012

Natuurspoorjournaal #24 - Het betere splijtwerk

De zaadschubben van de sparrenkegel worden door de kruisbek in 2en gespleten. Daarna worden de zaden er tussenuit gegeten. 
De regen is nog ver. De naarbuiten-drang dichtbij. Voordat de nattigheid toeslaat struin ik daarom met het Trio LMNique (een verklaring van deze cryptische omschrijving is op aanvraag beschikbaar en heeft geen enkele link met het Griekse muziektrio dat in de jaren zeventig bekend werd met het liedje Zorba's dans) een rondje langs het Noordsche Veld. Het fijne van struinen is dat er geen doel is, alles wat op je pad komt is goed.

We stonden na de dassen-modus een tijdje in de eekhoorn-modus. Zochten naar afgegeten sparrenkegels en pijnigden onze nekken bij het speuren naar nesten. Ergens aan de rand van het bos zagen (of beter we hoorden het eerst) we met enige regelmaat een kegel uit de boom vallen. Eekhoorn? Nee, kruisbekken! Ze hingen aan de kegels zoals koolmezen aan een vetbol. Met die typisch gekruiste snavel wipten ze de schubben van elkaar om bij de zaadjes te kunnen. Blijkbaar ontstaat tijdens die handeling dat typische vraatbeeld, alsof iemand met een klein schaartje de schubben precies in tweeën heeft geknipt.

Als je geluk hebt, zijn alle schubben van zo'n knipje voorzien. Maar de kegels hangen inmiddels zo los, dat ze er vrij snel af vallen. Als je onder zo'n boom staat waar een paar kruisbekken aan het werk zijn, moet je bijna een helm op. De kegels, die van zo'n 20 meter hoogte vallen, veranderen in projectielen. Geregeld zie je sparrenkegels dan ook rechtop in de grond staan. Alsof er iemand speciaal voor is aangenomen. Een kegelplanter. Lijkt mij een fantastisch beroep trouwens.