donderdag 30 januari 2014

Natuurspoorjournaal #60 - Harz #3

Prent van een lynx. Let op de sterk verspringende voortenen zonder
indruk van nagels.
Lynx-sporen vinden is moeilijk. Lynx-sporen herkennen niet. Zo weten we nu. De route van vandaag was nagenoeg maagdelijk. Zondagavond was hier de laatste sneeuw gevallen en slechts 2 mensen waren ons in de afgelopen dagen voor gegaan. Er was wel op een klein deel een langlaufloipe gespoord, maar daar had, gezien de weinige sporen van stokken, ook bijna geen mens gebruik van gemaakt. En toen viel ons ineens die grote prent op in het spoor van de loipe...
Prenten van lynx in langlaufloipe.
Onmiskenbaar. De grootte (l 8 cm, b 6 cm), geen indruk van nagels, de duidelijk verspringende voorste teenkussens, de eironde vorm van die kussens en het typisch gevormde middenvoetkussen. Volgens het boekje, al blijft een beetje knap fotograferen van prenten in diepere sneeuw best lastig. 
Maar wat het écht leuk maakte is dat het dier (we gaan er voor het gemak maar even vanuit dat het eentje was) zo'n vijftien keer ons pad kruiste. We konden op die manier ook allerlei loopsporen bestuderen. Onze conclusie, een lynx is een watje. Of gewoon slim, dat kan natuurlijk ook. 

Wat ons opviel was dat hij geregeld in het spoor van een ander dier loopt (of door de langlaufloipe dus). We zagen diverse keren dat hij over enkele tientallen meters het loopspoor van een edelhert of wild zwijn volgde waarbij hij zijn poten exact op de plek van de zwijnen- of hertenpoten plaatste. En als hij zelf door de sneeuw had geploegd, tilde hij zijn poten hoog op. Alsof hij 'natte' voeten wilde voorkomen. Daardoor ontstaan nogal 'schone' indrukken in de sneeuw.
Loopspoor (stap) van een lynx. Sleep-
sporen van de poten ontbreken.
We kunnen er even geen ander woord voor verzinnen, maar het komt er op neer dat sleepsporen van de poten geheel ontbreken. Bij edelherten en bij wilde zwijnen nog meer zie je dat de poten bij het verzetten een stukje door de sneeuw slepen. Bij 'onze' lynx zag je dat alleen bij sneeuwdieptes van 30 cm of meer. We hebben zo'n beetje alles gemeten wat mogelijk was en dan viel er vast nog vele meer te ontdekken, maar het werd helaas al schemerig. 

We voelden hoe de temperatuur snel daalde. We hadden al bijna 17 kilometer door de diepe sneeuw geploegd en we voelden de vermoeidheid door het vele klimmen en dalen snel toeslaan. We zagen nog wel hoe vier edelherten rustig liepen te grazen op een open plek in het hellingbos. Ze stapten rustig weg toen ze ons in de gaten kregen. Wij moesten nog ongeveer twee kilometer ploeteren. Onze schoenen waren inmiddels stijfbevroren, maar onze harten gloeiden. Wat een dag!

dinsdag 28 januari 2014

Natuurspoorjournaal #59 - Harz #2

Even kort door de bocht, missie Lynx episode 4 is ook mislukt. Voor de duidelijkheid, ik hoef niet per se een lynx te zien, maar een prentje (of twee) zou wel aardig zijn. De ranger (zo noemde hij zichzelf, daar kan ik ook niets aan doen) in het infocentrum in Bad Harzburg gaf ons nog een beetje hoop. Rond de luchsgehege werd af en toe ook een vrijlevende lynx gezien met haar drie jongen van vorig jaar. Maar hoe we ook zochten op ons zes uur durende struintochtje geen spoor van die turbopoezen natuurlijk.

Wilde kat?
Wel vonden we op een verder onbelopen paadje twee andere, niet kakelverse, prenten in de categorie zeer verdacht. Op foto 1 zie je een van beide. Vijf centimeter lang en ongeveer even breed. Een middenkussen in de vorm van een verse babyneus, licht asymmetrisch staande teenkussens, geen duidelijke nagelindrukken. Dat hadden we allemaal beredeneerd na ongeveer vijf minuten observeren en meten. Maar het eerste wat ik zei toen ik de prent zag was geloof ik: O my god. Waarop Nicolette meteen zei: O my cat. Maar het is de eerste keer dat we de prent van een wilde kat zouden vinden, dus ga ik toch Annemarie van Diepenbeek maar even lastig vallen. 

Foto 1. Prent van een wilde kat?
En het was toch al geen beroerde dag, ondanks het gemis van de lynx. We volgden tientallen keren voor kortere of langere tijd de 'trail' van een vos. Zagen meerdere keren boommarters en bosmuizen over het pad hoppen, vonden prenten van wild zwijn en wasbeer en meterslange gangen van woelmuizen. 

Boommarter
Het meest werden we in beslag genomen door twee prachtige boommarterwissels. Na lang zoeken vond ik soms een prentje waar de teenkussens nog een beetje te zien waren, maar bij de meeste moest ik het doen met de contouren, wat natuurlijk ook niet zo gek is bij boommarterprenten. Ze hebben immers nogal een fors 'behang' tussen de teenkussens. 
De drukbelopen wissel kwam uit het bos (zie foto 2), stak het pad over, het talud af, linea recta naar een van de 2 plekken waar ze, op een traject van ongeveer 3 kilometer, de snelstromende Ecker over konden steken. Bij de eerste plek werd een liggende boom gebruikt die volledig de beek overspande (foto 3), bij de tweede plek geval hopten ze van steen naar steen naar boom (foto 4). 

Foto 2. Plek 2. Wissel van boommarter.

Foto 3. Plek 1. Boom wordt door boommarter gebruikt om de beek over te steken.

Foto 4. Plek 2. Oversteekplaatsen van de marter. Bij de onderste rode pijl is vaag
het slijtspoor te ziet waar de marter zich afzet om naar de volgende steen te
springen. Via de tak waar de bovenste rode pijl bij staat vervolgde hij zijn weg.
Vos
En dat tot slot, jullie vervelen je vast stierlijk van al dat geleuter over spoortjes in de sneeuw, natuurlijk nog wel een vossenspoor. Een dag zonder vos, is geen goede dag. Ik ben van vossen gewend dat ze redelijk 'wild' graven als ze iets eetbaars op het spoor zijn. Hier in de sneeuw en met bevroren ondergrond willen ze blijkbaar niet te veel energie verspillen. Het zijn telkens kleine krabplekjes (foto 5), meestal leidt het naar de ingang van een muizenhol. Maar ook hier heeft hij of zij het weer snel opgegeven. Op naar de volgende kans. Net als wij.

Foto 5. Loopspoor met krabplekje van een vos. 

maandag 27 januari 2014

Natuurspoorjournaal #58 - Harz #1

De Harz is voor de liefhebber van dier(sneeuw)sporen een zeer interessante regio. Het ligt op een halve dag rijden van mijn woonplaats (bij file of ongeveegde wegen doe je er beduidend langer over) en heeft iets meer sneeuwzekerheid dan Nederland. Via vrienden ben ik ooit verzeild geraakt in het plaatsje Altenau en dat is nog steeds een uitstekende plek om je basiskamp op te slaan. Zo rond deze tijd van het jaar ligt er meestal wel een prettig laagje sneeuw.

In de Harz kun je bijna alle Nederlandse zoogdiersoorten vinden, plus nog een handvol leuke extraatjes zoals wasbeer, wilde kat en lynx! Echt gemakkelijk te vinden zijn die laatste twee natuurlijk niet, maar alleen het idee dat ze er zijn, maakt de sneeuwpret alleen maar groter. 

Vannacht is er een verse laag plaksneeuw gevallen van ongeveer 10 centimeter. Waar hebben we dat aan verdiend!? We beginnen vandaag met een 'simpel' rondje vanuit huis in het Rabental, waar zoals het hoort de eerste vogel die we horen ook daadwerkelijk een raaf is. We zien ook dat er vannacht een vos door 'onze' tuin heeft gelopen en op de cameraval, die ik ongeveer 50 meter achter 'ons' huisje heb opgehangen, is te zien dat er een wild zwijn voorbij is gedenderd. 

Al vrij snel pikken we een spoor op van een eekhoorn die door de sneeuw van boomvoet naar boomvoet hopt. Typische spoorgroepjes van vier prenten bij elkaar met onderlinge afstand van 80 tot 90 centimeter. Bij elke boomvoet houdt hij even in alsof hij eerst moet checken of hij veilig naar de volgende kan. Bij één boom snuffelt hij wat langer rond wat een paar prachtige achtervoetprenten oplevert (zie foto 1). 

Foto 1. Prenten (voor- en achtervoet) van eekhoorn. 
Even verder kruist het spoor van de eekhoorn dat van een vos. De bos heeft bij een, voor hem blijkbaar belangrijk boompje, even gemarkeerd (zie foto 2, onder het boompje is een geelbruine verkleuring te zien die daarna weer deels met sneeuw is bedekt). De urinespoor ligt ongeveer dertig centimeter uit de spooras van de prenten en dus ga ik er vanuit dat de vos een man is. Maar als ik er over nadenk heb ik nog nooit een vos zien plassen zoals een hondenreu dat doet, dus met de achterpoot omhoog. De vossen die ik in levende lijve heb zien plassen, deden dat allemaal zoals een hondenteefje dat doet (al heb ik dominante hondenteef ook wel eens haar poot op zien tillen tijdens het plassen). 

Foto 2. Loopspoor van een vos met urinemarkering. 
Ons wandeltempo ligt extreem laag want om de haverklap duikt er weer een leuk spoor op. Waarom we dan juist dat ene edelhertenspoor uitkiezen om te volgen blijft een raadsel maar het blijkt wel een goede keus. Ongeveer 1,5 km volgen we het rustig stappende dier. Geregeld kruist 'ons' hert (dat aan de grootte en vorm van de prent te zien een man is) het spoor van andere edelherten die in kleine groepjes in galop of ook rustig stappend andere kanten op waaieren. 

In die 1,5 kilometer heeft het hert 3x een beetje sneeuw weggekrabt om wat te eten aan met name mos zo lijkt het. Het spoor leidt ons naar een deel van het bos waar het steeds dichter wordt. Hier vinden we uiteindelijk een slaapplaats (1,20 x 70 cm) die nog niet zo heel lang geleden verlaten is (foto 3). De plek stinkt en is nat, waarschijnlijk veroorzaakt doordat het hert bij vertrek heeft geürineerd. Drie meter verderop ligt een grote hoop keutels met dertig centimeter daarvoor een klein plasje urine...

Foto 3. Slaapplaats van een edelhert. 
We besluiten het dier, dat aan de verse prenten en andere sporen te zien, kort geleden rustig is vertrokken niet verder te volgen. Het is goed zo, de kans dat we het dier onnodig verstoren wordt steeds groter en dat is nou ook weer niet de bedoeling. We hebben al eten ingeslagen voor vanavond...

Na nog wat onhandig geklauter en geglibber over een snel stromend beekje besluiten we de makkelijke route terug naar huis te nemen. We lopen langs de rand van de Okerstausee over het Eichornpfad. Er ligt nog maar een dunne laag ijs op het meer. In ieder geval veel te dun om een edelhert te houden. Een hert dat het toch wilde proberen is door het ijs gezakt en heeft een rondje moeten 'zwemmen' om weer aan wal te komen (foto 4). 
Foto 4. Een edelhert is door het ijs gezakt,
heeft een rondje gezwommen en is
weer aan wal geklommen. 
Wat dichterbij het dorp vinden we nog een erg leuk winters spoor veroorzaakt door eekhoorns. Op het pad liggen stukjes sparrentwijg van ongeveer 6 tot 8 centimeter lang. Als je die twijgjes van dichterbij bekijkt zie je dat de knoppen eraf gegeten zijn (foto 5). Ook aan de zijde waar de twijg aan de boom heeft gezeten, zijn soms snijvlakken van de tanden te zien. 

Foto 5. Knoppenvraat bij sparren veroorzaakt door eekhoorns.
Zo, en wat kun je hier nu allemaal mee? Geen idee. Ik wilde eigenlijk alleen even vertellen dat we een erg leuke dag hebben gehad...


zondag 12 januari 2014

Natuurspoorjounaal #57 - Keverkunst

Vraatpatroon grote berkenspintkever.
(foto Nicolette Branderhorst)
Ik heb geen bosbouwachtergrond. Over het algemeen weet ik me zonder die wetenschap prima te redden. Maar zo af en toe komt het gemis toch bovendrijven, zoals nu. Veel van mijn collega's die de bosbouwschool wel goed hebben doorlopen hebben namelijk een begerenswaardige kennisvoorsprong. Dan gaat het mij vooral om de kennis van plagen en ziektes bij bomen en natuurlijk vooral hoe je die kunt herkennen. Want dán gaat het ineens over sporen...

Vandaag liep ik namelijk langs een dooie berk met een prachtig vraatpatroon van één of andere kever. Het beeld leek nogal op dat van de letterzetter (Ips typographus), maar die lust over het algemeen geen berk. Dat weet ik dan nog wel. Had ik de bosbouwschool wel met goed gevolg doorlopen, dan had ik ongetwijfeld geleerd dat het knaag- en vraagtpatroon van de grote berkenspintkever (Scolytus ratzeburgi) er ongeveer hetzelfde uitziet. Hoe dan ook, ik vind het een 'begerenswaardig' spoor! (maar daar zullen ze juist op de bosbouwschool wel weer anders over denken).

Nachfrass

Eenmaal thuis vind ik op internet een verhandeling van ene professor W. Roepke uit 1931 over de 'nachfrass' van de grote berkenspintkever. Er worden eigenlijk twee typen vraatsporen onderscheiden. Ik citeer: 1e. de karakteristieke en opvallende broedgangen onder den bast en 2e. een minder in het oog loopende beschadiging op andere deelen van de plant, die door Duitsche entomologen als "Nachfrass" of "Reifungsfrass" wordt aangeduid. 

Nu word ik pas echt nieuwsgierig. Nog een spoortype!? Dus type ik 'nachfrass scolytus retzeburgi' in op Google en druk op 'Afbeeldingen'. Mijn computer moet even nadenken, maar dan volgt een teleurstellende resultaat. 'Er zijn geen afbeeldingsresultaten gevonden voor uw zoekopdracht.' Misschien is dat ook wel een beetje teveel gevraagd, in 1931 bestond Google natuurlijk nog niet. Wel kom ik via via op een interessant lijkende Finse site waar ik natuurlijk weer geen klap van kan lezen. Ik zie een nieuwsgierig makend fotootje op die site en probeer de vertaalfunctie van Google. Het bijschrift wordt vertaald als 'Verwoestingen onder de schelp.' Aha!

Ik geef het eerst maar even op. Ik heb weer een diersoort in mijn hart gesloten waar verder niemand fan van is. Zelfs de Finnen niet...

zaterdag 4 januari 2014

Natuurspoorjournaal #56 - Volg de vos (episode ?)

Volg de vos...
'Wat is je lievelingsdier?' Afgelopen week kwam de vraag weer eens voorbij. Ik kwam een beetje in gewetensnood, want stel dat deze jonge natuurvorser me dat al een keer eerder had gevraagd. Je wéét het niet! In een flits trokken diverse recente lievelingsdieren aan mijn geestesoog voorbij: roodborsttapuit, bosuil, raaf, gaai, boommarter, das, eekhoorn, wild zwijn, letterzetter en misschien heb ik ook nog wel eens ree en sperwer laten vallen. Maar me het meest lief is toch wel de vos.
Waarom? Nou daarom! En omdat hij er altijd en overal is. Diep in het bos, hoog in de bergen, midden in de stad en ook het nieuwe moeras. Gisteren liep ik met Guido mijn vaste otterpoeprondje in De Onlanden. In dat rondje zit een stukje watergang van een ongeveer 1 kilometer. Sinds een jaar of twee loop ik daar eens in de maand langs op zoek naar otterpoep, ook wel spraints genoemd.

Poep = dier
Want om het even simpel te zeggen, poep = dier. Nu had Wim van Boekel (klik hier voor zijn zeer lezenswaardige website over het gebied) een jaar geleden al aangetoond dat dit prachtige dier zich in De Onlanden had gevestigd of in ieder geval langdurig op visite was geweest. Daarna volgden diverse waarnemingen van anderen verspreid over het 1800 ha grote gebied, maar in mijn gebiedje was hij nog niet geweest. Tot gister dus. Hoera. Gelukkig Nieuwjaar!

Otterspraint.
Maar... nog net iets leuker dan die otter vind ik de vos die er rond loopt. Hij of zij (of beide maar voor het gemak maar even hij) loopt waarschijnlijk elke dag mijn maandelijkse rondje. Of beter, ik loop elke maand zijn dagelijkse rondje. Die vos wil ik graag een keer zien, maar hij heeft andersom die behoefte niet. Mijn cameraval die ik er af en toe neerzet om deelgenoot te worden van het Onlandse nachtleven, mijdt hij als de pest. Zelfs een moot makreel kan hem niet verleiden, waardoor de bruine ratten elke keer een orgastisch feestmaal hebben.

Keuteltaal
Maar ik weet dat hij er is. Zijn taal is duidelijk en in keutels geschreven. Veertig in totaal op een traject 2 kilometer telden we ongeveer. Allemaal gewoon op de grond, dus niet op een verhoging. Met puntje, zonder puntje, gesegmenteerd, worstvormig, zwart, grijs, met veren en botten, of een van beide, of geen van beide, stinkend of juist best aangenaam van geur, lang, dun, dik, kort... In alle soorten en smaken zeg maar. Tot wel 15 cm lang en de dikste stukken waren ongeveer 2,5 cm. 'Hij heeft goed te eten', zeiden we tegen elkaar. Gelukkig maar.
En over uitwerpselen gesproken, er was nog een gek keuteltje van een muskusrat, bij een eetplaatsje. Niet cilindrisch, maar meer in de vorm van een langgerekte peer. En erg kort voor een muskusrattendruksel, krap aan 1 cm. Maar gelukkig mag dat volgens de onvolprezen Mammal Tracks & Sign van Mark Elbroch. Een Amerikaanse gids weliswaar, maar daar is de muskusrat inheems en dus uitgebreid beschreven.

En nu ik het er toch over heb, de muskusrat is toch ook wel een van mijn lievelingsdieren.

Afwijkende keutel van een muskusrat.
P.s. Hier staat nog een poging het menselijke wezen met vossenogen te bekijken: Volg de mens.