vrijdag 30 mei 2014

Natuurspoorjournaal #65 - Haren en kegels

'We hebben nog een pluk haar gevonden', brult mijn collega Henk Mulder door de telefoon. Hij is met een andere collega naar een dassenburcht geweest voor een voorverkenning en de vondst begint door de telefoon steeds exotischer vormen aan te nemen. Vooral de kleurcombinatie van de haarpluk fascineert me, roodbruin, wit en donkergrijs. Gelukkig nemen ze dat soort dingen altijd voor me mee. Fijne collega's heb ik.
Toen ik de pluk haar in handen kreeg geduwd, had ik even geen flauw idee. Op een gegeven moment dwaalden mijn gedachten af naar een avondje dassen observeren bij een grote familieburcht. Op die burcht zat naast een stokoude, bijna zilverachtige das, nog een oudje. Bij die das was de overgang van rug niet meer donkergrijs, maar bruinig. Zou het een dassenstaart zijn?
Maar nee, de haren waren veel grof voor een das. Meer zoals het winterhaar van een ree. Maar als het van een ree is, dan moet het een gedeelte van de spiegel of staart zijn. Mogelijk lag er ergens een kadaver en zijn delen van het dier door een das, vos of marter versleept. Misschien was het toeval dat het in de buurt van de burcht lag. In mijn hoofd spelen zich de meest fantastische verhalen af, maar feitelijk ben ik nog steek verder.

Haarpluk van een ree? Mogelijk van het gebied rond de staart. 

Grote schoonmaak
Nee, dan is een muis die zijn huis opruimt een stuk overzichtelijker. 'Ha, een bosmuis heeft een voorjaarsschoonmaak gehouden', denk ik hardop als ik dat prachtige spoor weer eens tegenkom in een bosje bij Norg. Twintig jaar geleden zag ik dat beeld eens op de Veluwe en een gids vertelde me toen dat een bosmuis verantwoordelijk is voor die schoonmaakwoede. Het gekke is dat die uitspraak nog steeds als eerste bij me opkomt als ik het zie.
Maar het gekke is ook,  het hol waar de aangeknaagde larix-kegeltjes voor lagen had geen enkel kenmerk van een bosmuiswoning. Bovendien zijn bosmuizen nu ook weer niet per se van die enorme verzamelaars. Ik ben ook nog nooit zo'n berg tegen gekomen voor een zeker bosmuizenhol (zo eentje met een enorme zandkegel er voor). Rosse woelmuizen zijn daarentegen wel verzamelaars. En het holletje, dat een beetje was weggestopt onder een mosdekje, leek ook veel meer op dat van een woelmuis. En dan schiet me voor de zoveelste keer een uitspraak van Rob Bijlsma te binnen: we roepen maar wat. Inderdaad! En ik sta zelf soms vooraan in de rij.

Een rosse woelmuis (waarschijnlijk) heeft een voorjaarsschoonmaak gehouden.



Geen opmerkingen:

Een reactie posten