De variatie in de gewichten bij deze soort is echter enorm groot. De lichtste bunzingvrouwtjes wegen krap een pond. De zwaarste mannetjes dus 3 keer zo veel. Je zou verwachten dat je dit ook terug ziet in de grootte van de schedel. Oftewel, dat een schedel van zo'n zwaar bunzingmannetje ongeveer even groot is als die van een boommarter van een gelijk gewicht.
Voor het opmeten van schedels gebruiken we meestal de condylobassaallengte oftewel CBL. Dit is de lengte gemeten vanaf de achterhoofdknobbels tot aan de voorste punt van de snijtandkassen (zie Veldgids Europese Zoogdieren van Annemarie van Diepenbeek). Voor de boommarter wordt een CBL gegeven van 80-92 mm. Op de de foto is links een schedel van een boommarter afgebeeld. Deze heeft dus ongeveer de maximum lengte.
Schedel van boommarter-man en bunzing-vrouw. |
Geen opmerkingen:
Een reactie posten