zondag 3 januari 2016

'Grondroest' bij bosuilen

In 2012 schreef ik een artikel voor het magazine Uilen over op de grond slapende bosuilen, een fenomeen waarbij ik het woord grondroest wel goed vind passen. Gisteren kwam weer eens zo'n gevalletje tegen (zie naschrift), reden waarom ik het artikel hier even plaats.

Bosuilennest in de boswachterij Veenhuizen, 2012. 
Door de bank genomen roesten bosuilen overdag in boomholtes, dichte bosopstanden of holtes in gebouwen. Daarbij gaan we er vanuit dat een verdekte schuilplaats zoals een holte voordelen biedt ten opzichte van een meer open rustplaats, bijvoorbeeld ter voorkomen van pesten door andere vogels zoals gaaien. Tijdens mijn onderzoek naar boommarters en roofvogels ben ik in de afgelopen jaren twee keer gestuit op een op de grond slapende bosuil. Komt dit vaker voor en is er een verklaring voor deze op het eerste oog merkwaardige keuze?

Incident

In 2009, tijdens een roofvogelinventarisatieronde in de boswachterij Veenhuizen (Dr.), stootte ik langs een wandelpad een bosuil op. Hij zat verscholen tussen een vijftal dicht op elkaar staande jonge lariksen van ongeveer zestig centimeter hoog. De omliggende vegetatie was nog niet heel hoog, maar toch was de uil me niet opgevallen. Op de plek waar de vogel zat lagen geen braakballen of schijtsporen. Ik deed het voorval daarom af als een bijzonder incident. Op dat moment had een bosuilenpaar een nest in een oude holle eik op ongeveer 150 meter afstand van de roestplek.
Later legde ik de waarneming voor aan Willem van Manen, die niet alleen veel velduren maakt, maar ook naar bosuilen ‘kijkt’. Hij had in het voorjaar van 2003 een soortgelijke ervaring in het Brabantse Liesbos waar hij tweemaal - met een tussenpoos van een paar weken - een roestende bosuil uit de slootrand joeg. Ondanks dat deze uil blijkbaar vaker gebruik maakte van een grondroestplaats, was het fenomeen Willem verder niet bekend.
In de algemene ‘uilenliteratuur’ wordt ook bar weinig vermeld over grondroest. Meestal worden de bekende boomholtes, ruïnes, zolders en nestkasten als roestplaats genoemd (Mebs 2000, Glutz von Blotzheim 1994). Deze laatste noemt echter ook ‘bodengestrupp’ (bodemstruikgewas) als mogelijke roestplaats. Er wordt helaas niet naar onderzoek verwezen waarin dat laatste ook daadwerkelijk is geconstateerd. Fred Koning en Gert Bayens geven in hun nog steeds onvolprezen studie Uilen in de duinen wel aan dat bosuilen af en toe op de grond broeden. Zij kwamen op 229 onderzochte nesten 4 keer tegen.

Broedhabitat van de bosuil in de boswachterij Veenhuizen (2012). Het open beukenvak wordt begrensd door vakken met grove den en sitkaspar. Beide percelen bieden, net als het beukenvak (behalve de holle bomen), weinig dekkingsmogelijkheden voor een roestende bosuil. 

Nieuwe waarneming

Het fenomeen was wat naar de achtergrond gezakt, toen ik er in 2012 op een andere locatie opnieuw mee te maken kreeg in de boswachterij Veenhuizen. Op 26 april stuitte ik in een open beukenvak, bij een voormalige nestboom van een boommarter, op twee (mogelijk drie) grote donsjongen van een bosuil. De jongen waren op dat moment een week of vier oud. De volgende dag bezocht ik de nestboom nogmaals rond een uur of tien in de ochtend. Het vrouwtje was toen aanwezig op het nest.
Nadat ik een uur of drie later klaar was met mijn andere veldwerkzaamheden, wierp ik nogmaals een blik op de nestboom. De adulte vogel was verdwenen, maar de jongen lieten zich niet zo prominent zien als de vorige dag. Bij het doorsteken van het belendende  bosperceel met sitkasparren (kale stammen tot vlak onder te top) van circa dertig jaar oud, vloog een bosuil op van de grond en ging enkele tientallen meters verderop in een spar zitten waar ze luid krijsend werd verwelkomd door een paar gaaien.
De roestplaats bestond uit een holte op de grond onder de stobbe van een omgezaagde sitkaspar. Rond en in de holte lagen drie braakballen, een teken dat deze roestplaats vaker werd gebruikt. Deze roestplaats was enigszins vreemd omdat in het beukenperceel van de nestboom enkele holle beuken staan die zeer geschikt zijn als dagrustplaats voor een bosuil. Een van de holtes was op dat moment bezet door een paartje zwarte spechten. Er waren op dat moment geen aanwijzingen voor de aanwezigheid van een boom- of steenmarter. Twee dagen later was het uilennest trouwens verlaten. De jongen werden vreemdgenoeg ook niet meer in de buurt gevonden of gehoord. Er werd overigens ook geen enkele aanwijzing gevonden voor predatie van het nest.

Grondroestplaats van bosuil van een bosuil in de boswachterij Veenhuizen Dr. (2012). Voor de holte ligt een braakbal. In de holte lagen nog twee braakballen. Deze roestplaats was dus meerdere malen gebruikt.


Anekdotische waarnemingen

Opnieuw wakkerde deze waarneming de nieuwsgierigheid aan naar het hoe en het waarom van ‘grondroest’. Daarom heb ik een aantal mensen benaderd die in hun carrière de nodige velduren hebben gemaakt.  Ook dan blijft de spoeling dun als het gaat om op de grond slapende bosuilen. Herman Feenstra trof eens een ‘grondroestende’ bosuil aan in de noordrand van het Fochteloërveen tussen wat opslag van jonge grove dennen. Rob Bijlsma liet desgevraagd weten nog nooit op de grond slapende bosuilen te zijn tegen gekomen. Wel stuurde hij een paar artikelen op waarin iets wordt gezegd over keuze voor roestplaatsen. 
Hendrichsen et al (2006) beweren dat bosuilen hun roestplaats dusdanig kiezen zodat de kans op ‘mobbing’ zo klein mogelijk is. Mobbing (pesten in een groep) is een bekende anti-predator strategie van veel vogels. Sunde et al (2003) onderschrijven dat in hun onderzoek nog eens. Maar juist van bosuilen met onvolwassen jongen wordt gezegd dat ze hun roestplaats minder opzichtig is dan van (jong) volwassen vogels. Van de 2140 onderzochte roestplaatsen bevond de uil zich in 99% van de gevallen op een hoogte tussen de 0,2 en 25 meter in een boom. Helaas wordt van de ruim 20 gevallen die buiten die marge vallen niet vermeld waar de roestplaats zich wel bevindt.

Hoe dan ook, de hierboven beschreven waarneming bewijst dat een overdag zichtbare bosuil niet lang onopgemerkt blijft bij andere vogels. Een soortgelijke ervaring had ik lang geleden in de Bialowieza waar een openlijk zichtbare laplanduil voortdurend werd gepest door een stel gaaien. Mogelijk ligt hier een gedeeltelijke verklaring voor de incidentele keuze voor een ‘grondroestplaats’. Voor pestkoppen als gaaien en merels is een grondroestende bosuil waarschijnlijk minder zichtbaar en dus minder bedreigend en kiezen bosuilen bij gebrek aan beter voor een grondroestplaats. Bij de waarneming van Willem van Manen in het Liesbos was er echter geen sprake van een nest en bij het hierboven beschreven geval in 2012 waren en voldoende holle bomen in de buurt beschikbaar. Er lijkt verder ook niet veel voordeel te zijn bij het slapen op de grond boven de meer reguliere roestplaatsen. Maar beter is het om te zeggen, we weten het (nog) niet…
Slaapplek van een bosuil in Berkenheuvel
(jan, 2016)
Naschrift 2016

Tijdens een diersporenexcursie in het Drents Friese Wold op 2 januari 2016 zagen we vlak langs een wandelpad en bosuil opvliegen die bij nader inzien, aan de andere zijde, onder een sparretje op de grond zat te slapen. Er waren verder geen braakballen aanwezig wat suggereert dat de bosuil in kwestie de slaapplek niet heel frequent gebruikt.

Dankwoord

Met dank aan Willem van Manen en Herman Feenstra voor hun waarnemingen en Rob Bijlsma voor het toezenden van enige literatuur.

Bovenstaand artikel is verschenen in Uilen 3, 2012.

Literatuur

Glutz von Blotzheim, U.N. 1994. Handbuch der Vogel Mitteleuropas. Band 9: 579-611. Aula – Verlag Gmbh.

Hendrichsen, D.K., Christiansen, P., Nielsen, E.K., Dabelsten, T. and Sunde, P. 2006. Exposure affects the risk of an owl being mobbed – experimental evidence – J. Avian Biol. 37: 13-18

Koning , F.J. en Bayens. G. 1990. Uilen in de duinen: 55-77. KNNV Uitgeverij.

Mebs, T. en Scherzinger, W. 2004. Uilen van Europa: 226-247. Tirion Uitgevers.

Sunde P., Bǿlstad, M.S and Desfor, K.B. 2003. Diurnal exposure as a risk sensitive behavior in tawny owls Strix Aluco? – J. Avian Biol. 34: 409-418

Geen opmerkingen:

Een reactie posten