donderdag 19 september 2013

Reisbrief #5 - Spechten zoeken in Zweden

Drieteenspecht. ( Rudbeck).
'Dit voorjaar heeft er eentje bij het bezoekerscentrum gezeten', zegt de aardige mevrouw achter de balie van het knusse centrum in Nationaal Park Tiveden. Het gesprekje gaat over de drieteenspecht, een vogel die we allebei graag wel eens willen zien. We hebben er vaak naar gezocht in de Alpen, maar verder dan zijn overigens prachtige 'sapdrinksporen' in bomen zijn we niet gekomen. Een beetje teleurgesteld ben ik wel. Het zou de zuidelijkste plek in Zweden zijn waar de drieteenspecht nog voorkomt en ook in de Femundsmarka en Fulufjallet hadden we er al tevergeefs naar gezocht. In dit laatste gebied vonden we wel erg oude sporen op een dode boom. Tiveden 'adverteert' met de drieteenspecht, maar het blijkt vooral om 'verkenners' te gaan, niet om een vaste broedpopulatie.

Oude sporen van drieteenspecht in Fulufjallet.
Ik stuit bij toeval nog wel op een grappig feit. Bij een ander bezoekerscentrum heb ik voor een schijntje een Engelse vertaling van het Iter Dalekarnicum van Carl Linnaeus op de kop getikt. Het is een verslag van een studiereis die hij op verzoek van de gouveneur in 1734 door de provincie Dalarna maakt. Hierin beschrijft hij hoe hij bij Grovelsjon een bijzondere specht in handen krijgt. (Lees: door hem neer te laten schieten.) Het gaat om een drieteenspecht die tijdens deze reis voor het eerst door iemand beschreven wordt. Hij noemt de specht op dat moment Picus alpino en deelt hem in eerst instantie dus in bij de 'groene spechten'. Pas in 1758 geeft Linnaeus hem de Latijnse naam die hij nu ook nog heeft: Picoidus tridactylus. De soortnaam verwijst naar het feit dat deze specht maar drie tenen heeft, terwijl de andere Europese spechten er vier bezitten.

Leuk hoor al die info, maar dat is toch iets anders dan hem zelf zien. Nou ja, genoeg andere spechten om je mee bezig te houden. Ook hier is de grote bonte specht met afstand de meest algemene soort. We horen en zien ze eigenlijk overal. Het gehak op de dennenappels verraadt hun aanwezigheid. De jonge vogels, die hun rode petjes bijna kwijt zijn, beheersen dit trucje ook al.

Jonge (dit jaar geboren) grote bonte specht bezig met het hakken van dennenappels op een vaste plek (smidse)

In Tiveden komt in ieder geval ook de kleine bonte specht voor. We
Karakteristieke spechtenkeutel.
horen er eentje luidkeels roepen, maar kunnen hem niet ontdekken. Gelukkig laat de zwarte specht zich ook horen én zien. We vinden bovendien een prachtig spoor van deze grootste Europese specht. Bij de voet van een aftakelende den heeft hij de grond systematisch bij de wortels weggehakt in de hoop daar keverlarves aan te treffen. Hij lijkt niet erg succesvol geweest getuige de weinige haksporen in dat deel van de boomwortels, maar het heeft hem er niet van weerhouden er een enorm slagveld van te maken. Als bewijsheeft hij nog wel even zijn erg henkenbare gevoeg gedaan. Het staat ergens omschreven (ik weet niet meer waar) als een keutel die in een vloeitje is gewikkeld. Mooier kan ik het niet zeggen...

Haksporen van zwarte specht rond wortels van dode grove den.

En dan nu de hamvraag, moet je naar Tiveden als je toch in Zweden bent? Voor de drieteenspecht zijn er vast betere locaties al blijkt uit de Zweedse waarneming.nl dat ze nergens echt algemeen zijn. Voor het landschap is het zeker de moeite waard. In het oudere naaldbos met prachtige rotsformaties en weelderige mosbedden is het goed toeven. Ook zonder drieteenspecht.

Landschap in Nationaal Park Tiveden, Zweden.



Geen opmerkingen:

Een reactie posten