donderdag 26 februari 2015

Natuurspoorjournaal #77 - Eindeloze natuur

Sporen van grote bonte specht op zoek naar larven van eikenprachtkever.
Boswachterij Veenhuizen
Ik ben jaloers op Robert Macfarlane en dan vooral op zijn boek The Wild Places. Hij laat je op onnavolgbare wijze voelen hoe het is om buiten zijn. Als ik zijn zinnen lees, voel ik dat het regent, waait, koud is of verlaten, kalm of juist woest en onherbergzaam. Het boek gaat over een fenomeen dat maar moeilijk onder woorden is te brengen, maar Macfarlane komt een heel eind.

Het gaat niet zozeer over wildernis zoals de Nederlandse vertaling van de titel - De laatste wildernis - suggereert. Het gaat misschien al meer over wildheid, of wildness zoals de Engelsen zeggen. Over het wilde of ongetemde. In het kleine bosje vlak buiten zijn dorp als hij bij storm hoog in een beuk klimt, of als hij bijna verzuipt in het Ranoch Moor. Hij wil laten zien dat wildheid nog overal kan zijn, zelfs in een sterk gereguleerde omgeving.

Voor de beleving van dat soort wildheid hoef je inderdaad niet naar de ruige gebieden in Schotland, Wales of Engeland, maar kun je ook gewoon in Nederland blijven. Je kunt daar heel meesmuilend over doen, maar na een dagje zandstralen op het strand van Vlieland of ploeteren door de regenachtige Onlanden snap je wat ik bedoel. Je moet het misschien alleen wat meer opzoeken dan in de Sahara in of de Rocky Mountains.

Dit soort ervaringen zijn wat mij betreft juist ook in Nederland van onschatbare waarde. Ik word er niet alleen blijer van, maar het geeft me telkens weer een bredere kijk op de wereld. Of zoals natuurfilosoof Matthijs Schouten het onlangs zei: 'Grootse natuurervaringen verruimen je denkwereld.'

Dus, met ruig weer juist naar buiten. En je komt dan altijd wel weer iets 'wilds' tegen, zoals vanochtend in de bossen van Veenhuizen. Een grote bonte specht bijvoorbeeld die op een eik naar de larven van eikenprachtkevers had gezocht. Op de grond lagen als bewijs honderden stukjes schors waarachter de lekkernijen verborgen zitten. Of zoals vanmiddag in het Drents-Friese Wold waar collega Jorien Bakker en ik het fenomeen buitenvergaderen naar eigen inzicht invulden.

Tussen het vergaderen door zagen we hoe de dassen uit hun winterrust waren 'ontwaakt' en een paar kakelverse latrines hadden geproduceerd. Niet veel later konden we minutenlang een onvolwassen havik observeren. En we vonden overal prenten van reeën, uitwerpselen van een vos en braakballen van buizerd en bosuil. Toch een stuk interessanter dan de hele tijd naar je vergaderstukken kijken.

Ondertussen werd het steeds minder droog. Op een zeker moment konden we zelfs spreken van een serieus regentje. We kozen daarom voor een omweg richting auto. Ik probeerde nog even onder woorden te brengen hoe we als mensen op verschillende manieren de natuur beleven. 'Voor mij is de natuur vooral eindeloos', zei Jorien. Ik merkte dat haar opmerking bij mij een paar radertjes aan het werk zette. De natuur is inderdaad in zoveel verschillende opzichten eindeloos. In tijd, in ruimte, in herhaling, in beleving...

De eindeloze natuur, ik vond dat in die zeikende regen een buitengewoon geruststellende gedachte.

Latrine van een das. Drents-Friese Wold


Geen opmerkingen:

Een reactie posten