zondag 8 december 2013

Natuurspoorjournaal #55 - Wasbeerhond dl2

In februari schreef ik hier een journaal over de wasbeerhond. Er stond toentertijd een foto bij van een pootafdruk van een wasbeerhond, maar de fotoverhouding was onherstelbaar uit zijn verband gerukt. Hierdoor was de prent langer dat breed, 'en dat kan natuurlijk niet' schreef Annemarie van Diepenbeek me toen. Ik heb de foto maar verwijderd om verwarring te voorkomen.

In juni van dit jaar was er ineens wasbeerhondennieuws. Dassenonderzoeker Lex Duif trof bij een van de door hem met een cameraval gevolgde burchten jonge wasbeerhonden aan. Gek gezicht! Vrij kort daarna kon ik met mijn collega Pauline Arends de bewuste burcht onderzoeken op sporen. Wat laat een wasbeerhond achter aan tekens? Oftewel welke onderscheidende kenmerken zijn er ten opzichte van das en vos? Bij het archiveren van mijn foto's van het afgelopen jaar, kwam ik de toen gemaakte plaatjes weer tegen. Het embargo is inmiddels opgeheven. En ik dacht, het is zondag, ik heb toch niets te doen, laat ik er eens een stukje over schrijven. Ter leering ende vermaeck.


  1. Burcht. Wasbeerhonden graven zelf niet. Rond de burcht waar ze hun jongen werpen is aan de buitenzijde niet zoveel te zien, behalve dat de randen van de pijpingang nogal gladgesleten zijn. We hebben geen zandverplaatsing kunnen vaststellen. 
  2. Latrine. Bij een van de pijpuitgangen lagen op 1,5 tot 2 meter afstand veel uitwerpselen verspreid over een oppervlakte van 50x50 cm.
  3. Uitwerpselen. De keutels (van de jongen?) zijn pinkdik (ca. 1 cm), langwerpig en enigszins gesegmenteerd. Ze zijn bruinzwart van kleur, bevatten veel haar en ruiken sterk en onaangenaam. Doet denken aan vos. 
  4. Prenten. Helaas niet gevonden.
  5. Prooiresten. Rond de burcht lagen diverse prooiresten, waaronder de resten van jonge vogels en een poot van een havik! De havik was een jaar eerder geringd door Willem van Manen in een bos ongeveer vijf kilometer verder op. Het is niet duidelijk hoe die havik aan zijn eind is gekomen. 
  6. Overig. Ook vonden we de resten van een jonge wasbeerhond. Hoe het dier was gesneuveld, werd niet duidelijk. Wel duidelijk was dat het waarschijnlijk als maaltijd voor zijn broertjes en zusjes heeft gediend. Er lag onder meer een poot. De vergroeide voortenen waren goed te zien, een karakteristiek kenmerk dat al eens eerder was gemeld door Harry Bosma en onlangs ook is beschreven door Jaap Mulder in Lutra. Het zou een onderscheidend kenmerk (moeten) kunnen zijn bij goed geprojecteerde prenten in zand of modder.  
Holingang met gladgesleten randen. Op de voorgrond bij het liniaaltje ligt een latrine.

Keutel van een (jonge?) wasbeerhond.

Pootkussens van een jonge wasbeerhond. Let op de vergroeide voorteenkussens.

Prooirest van een wasbeerhond: Havik...

Pootafdruk van wasbeheerhond waarbij de vergroeiing van de voortenen goed is te zien. Ook opvallend is het wolkvormige middenkussen met drie duidelijke lobben. De prent is bovendien even breed als hoog. Foto Annemarie van Diepenbeek. 

2 opmerkingen:

  1. mooi overzicht! Zijn de tenen altijd vergroeid? want de gidsen geven ze zo wel niet weer, of is dat omdat het vergroeide gedeelte meestal niet afdrukt? (Zo'n vergroeide voortenen komen blijkbaar ook voor bij Jakhalzen in Oost-Europa)

    BeantwoordenVerwijderen
    Reacties
    1. Alle poten van dode wasbeerhonden die ik in Nederland heb gezien hadden die vergroeiing. Helaas heb ik nog steeds niet een mooie prent gevonden. Maar ik zet er nu even een prentfotootje van Annemarie van Diepenbeek erbij waarbij die vergroeiing wel degelijk is te zien.

      Verwijderen