Lammergier, Val Sesvenna, oktober 2015 |
Het is maar een dag rijden naar het paradijs. De plek waar mijn vaak wat overprikkelde geest tot rust kan komen. Waar het vaak chronisch vermoeide en pijnlijke lijf juist door inspanning elke dag een beetje sterker en minder pijnlijk wordt. Waar ik slaap als een os. De bergen van Zuidoost-Zwitserland, het Unterengadin.
Ieder jaar ga ik er minstens een week naartoe, meestal ergens in het najaar. Maar dit jaar was het iets eerder en helaas ook maar anderhalve dag. We waren op doorreis naar Italië. Voor een ander project.
We konden nog één dag wandelen en vanuit het pension La Randulina, waar we altijd vertoeven, kun je alle kanten op. We kozen voor onze 'inloopwandeling' richting Griosch. Niet te zwaar, een kleine twintig kilometer met prachtige berggezichten en meteen kans op allerlei leuke alpenbeesten.
In de bergen moet je wel wat meer je best doen dan in Nederland als het aankomt op het zien van vogels en zoogdieren. Het lanschap is er immers groots en weids. Ik tuur dan ook geregeld alle grazige stukjes op berghellingen af op zoek naar gemzen, edelherten of steenbokken. En het luchtruim rond de bergtoppen worden regelmatig gescand op roofvogels. Vooral de lammergier heeft mijn bijzondere belangstelling.
Herintroductie
Een jaar of zeven geleden startte een herintroductieproject van de lammergier in de Zwitserse alpen. Ik weet nog dat ik twee jaar later voor het eerst een adulte en een jonge vogel zag nabij s-Charl. In één kijkerbeeld. Ik was redelijk buiten zinnen van deze waarneming, maar de Zwitserse wandelaars om mij heen reageerden iets neutraler. 'Bartgeier? Ik bedoelde zeker een Steinadler? Die kwam hier wel voor. Haha, Bartgeier. Gekke Hollander.'
2e kj Steenarend nabij Griosch, augustus 2017. |
Dit jaar had ik een soortgelijke ervaring. We zaten in Griosch buiten aan de koffie bij Doris en Chasper toen ik in de verte een lammergier het dal over zag steken. Het was niet meer dan een vlek en ik weet ook niet waarom ik meteen zag dat het een lammergier was. Dat fenomeen heet jizz geloof ik. Ik kreeg de vogel gelukkig snel in de kijker: volledig donker verenkleed, dus jonge vogel.
Op het 'terras' zaten ook drie Zwitsers. Ze moesten, net als wij hun taartje delen met tientallen wespen. De man in het gezelschap stond met zijn verrekijker in de richting te turen naar de plek waar ik zojuist die lammergier zag verdwijnen. In mijn steenkolenduits probeerde ik hem duidelijk te maken dat ik daar net een lammergier had gezien. Hij keek me bedenkelijk aan.
Even later kwam de vogel weer in beeld. Dacht ik. Het was echter geen lammergier maar een tweedejaars steenarend. De Zwitser wist wel het verschil tussen beide soorten en zei dat het een steenarend was.
'Ja, das stimmt, aber die vogel von sojetzt...' Nou ja, laat maar. Ik moest echt een keer op Duitse les.
Wigvormige staart
Ik at mijn heerlijke worteltaart op en probeerde daarbij geen wesp mee naar binnen te krijgen. Toen we weer wilden opstaan, vloog de lammergier weer in beeld. Ik kon snel een foto maken om mezelf en de Zwitser te overtuigen dat die lammergier blijkbaar een steenarend had opgejaagd, die daar ergens in een boomtop had zitten dutten. Kortom, er waren twee grote roofvogels. Even later kwam er, heel educatief, zelfs nog een buizerd bij. Hoe dan ook, op de foto van de lammergier was gelukkig de wigvormige staart goed te zien.
De Zwitser was overtuigd. Zelfs zijn vrouw en dochter moesten de foto even bekijken. 'Sie haben ein andere Schwanz', voegde ik er aan toe en op het moment dat ik het zei kreeg ik het schaamrood op de kaken. Had ik nu wel het goede woord voor staart gebruikt of had ik die mevrouw nu net gezegd dat die lammergier een andere piemel had?
Jonge lammergier nabij Griosch, augustus 2017 |
Van 7 tot en met 15 oktober worden in de Alpen de zogenaamde Bartgeier Beobachtungstage georganiseerd (klik hier). Ik kreeg er een persoonlijke uitnodiging voor, waarschijnlijk omdat ik al mijn waarnemingen van lammergieren (voorzien van foto's) netjes invoer op de Zwitserse versie van waarneming.nl (ornitho.ch). Ik heb in de afgelopen weken mijn agenda vijf keer bekeken en zelfs al een formulier ingevuld om extra vrije dagen te kopen. Maar ook al is mijn bergweh en het verlangen naar lammergier nog zo groot, het zou gekkenwerk zijn.
Daarom kijk ik hier in Nederland maar uit naar vogels die me figuurlijk meenemen naar de bergen. Grote gele kwikstaart, zwarte roodstaart, slechtvalk... Soms helpt het, maar meestal niet.
p.s. de titel van dit blog heb ik ontleend aan de twee onvolprezen boekjes die Koos van Zomeren schreef over het verlangen naar hazelwormen en klapeksters.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten