Even verder op het zelfde, verder nogal verregende, pad is een vos gepasseerd. Ik zet mijn voet er naast. Het is ook meteen de enige prent die ik tegenkom die middag. De prent is kakelvers.
Later in de week loop ik met Bas van Dijk in een bosje waar nu voor het derde jaar een boommarter haar jongen werpt in een eik. De holte in de boom is voor de kleine jongen groot genoeg. Als de jongen een paar weken oud zijn, verhuist de moeder de jongen naar een boom, bijna 1,5 kilometer verder op. Als we aan komen lopen, verraadt het urinespoor vanaf de latrineplek al dat ze de holte weer in gebruik heeft genomen. Even later horen we jongen piepen.
Tot slot nog een plaatje van iets dat ik veel vaker vind, maar toch een van mijn favorieten blijft. Een spechtensmidse. Meestal zit de sleuf waarin de specht de sparrenkegels klemt veel hoger in de boom, maar deze blijft liever wat lager bij de grond. De kegels die afgewerkt zijn, worden keurig terzijde gelegd.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten