woensdag 16 december 2015

Natuurspoorjournaal #86 - Meneer boommarter & mevrouw bunzing

Van René Nauta kreeg ik deze week een schedel van een bunzing. Dat zijn nog eens cadeautjes! In mijn lezing over marterachtigen laat ik vaak zien dat bunzing en boommarter even zwaar kunnen worden, maximaal zo'n 2 kilo. De maximum gevonden gewichten van bunzing liggen zelfs hoger dan die van boommarter.

De variatie in de gewichten bij deze soort is echter enorm groot. De lichtste bunzingvrouwtjes wegen krap een pond. De zwaarste mannetjes dus 3 keer zo veel. Je zou verwachten dat je dit ook terug ziet in de grootte van de schedel. Oftewel, dat een schedel van zo'n zwaar bunzingmannetje ongeveer even groot is als die van een boommarter van een gelijk gewicht.

Voor het opmeten van schedels gebruiken we meestal de condylobassaallengte oftewel CBL. Dit is de lengte gemeten vanaf de achterhoofdknobbels tot aan de voorste punt van de snijtandkassen (zie Veldgids Europese Zoogdieren van Annemarie van Diepenbeek). Voor de boommarter wordt een CBL gegeven van 80-92 mm. Op de de foto is links een schedel van een boommarter afgebeeld. Deze heeft dus ongeveer de maximum lengte.

Schedel van boommarter-man en bunzing-vrouw.
Rechts is de schedel van de bunzing te zien die ik van René kreeg. Deze heeft een lengte van ongeveer 62 mm. Annemarie geeft voor bunzing een CBL-variatie van 61-75 mm. Dus, waar in het gewicht wel overlap is tussen beide soorten, is dat bij de schedel niet aan de orde. En zijn deze twee voorbeelden niet echt gemiddeld te noemen. Hoogstwaarschijnlijk ligt hier een hele grote meneer boommarter naast een hele kleine mevrouw bunzing.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten