Sommige mensen verzamelen postzegels, anderen boeken. Ik verzamel natuurbelevenissen. Er is een groot nadeel aan deze verzamelwoede, je kunt die belevenissen niet kopen of ruilen. Je moet er voor naar buiten en er behoorlijk wat tijd aan besteden. Ik heb bijvoorbeeld tientallen uren bij dassenburchten doorgebracht. Heel vaak voor niets, omdat er gewoon geen dassen zaten of omdat ze al lang geroken hadden dat er onraad was. Teleurgesteld keerde ik dan, vaak bezaaid met tientallen muggenbulten, huiswaarts. Maar die keren dat ik wel geluk had, jongen heb zien spelen of dat moment dat twee mannetjesdassen het met elkaar aan de stok kregen, zal ik niet snel vergeten. Dat soort belevenissen voeg ik graag toe aan mijn verzameling om ze vervolgens weer te delen.
Nog eentje. Het is eind mei, samen met een vriend loop ik naar een holle boom waarvan ik weet dat hij bewoond wordt door een boommartervrouwtje. Als ze jongen heeft, moeten die nu zo’n week of zeven/acht zijn. De jongen zijn dan zo groot dat ze elkaar verdringen voor het toegangsgat van de van de holte waarin ze zijn grootgebracht. Maar de boommartermoer kan de jongen ook al lang verhuisd hebben naar een andere boom en dan staan we weer uren naar een leeg gat te turen. Je hebt er van die dagen bij, zoals ik al zei.
Vandaag is niet zo’n dag. Al na een paar minuten zien we het eerste jong naar buiten kijken en even later probeert een tweede jong zich langs haar broertje of zusje te wurmen om ook wat frisse lucht te kunnen krijgen. Het zal ook wel flink stinken in het hol, want door mijn telescoop zie ik dat er druk verkeer is van allerlei soorten vliegen. Meestal niet een teken dat het niet erg schoon is daarbinnen. Het tafereel van de koekeloerende jongen verveelt ons geen moment, maar stiekem hopen we nog wel op meer actie. Moeder is hoogstwaarschijnlijk op jacht en als ze met een prooi terugkomt bij het nest, scoort dat op de belevenisschaal natuurlijk erg hoog. Het mag niet zo zijn. Als het donker is geworden, druipen we af. Deze belevenis krijgt het cijfer negen, als moeders thuis was gekomen was het een tien geweest.
En zo zijn er nog zoveel mooie dingen te beleven. Wie zich een beetje verdiept in de materie, zal merken dat de kans op mooie belevenissen snel zal toenemen. Een paar weken geleden is bijvoorbeeld de nieuwe veldgids Europese zoogdieren verschenen. Het is een prachtig boekwerk geworden, met goede tekeningen, mooie foto’s, complete beschrijvingen en heel veel tips om zelf zoogdieren te zien. En als je in Nederland op een gegeven moment ‘uitbeleefd’ bent, zijn er nog heel veel andere landen om verder te werken aan je verzameling. Zo’n veelvraat moet je toch echt een keer gezien hebben in de Noord-Scandinavische wouden of een lynx zoals op de cover van het boek, die zou ik graag eens in de Alpen zien. En die gekke Pyrenese desman, een mol die over de bodem van bergbeekjes schijnt te lopen, die belevenis mag toch ook niet in je collectie ontbreken?
Dat is wel een nadeel van die nieuwe veldgids, je wordt er ontzettend hebberig van…
Informatie
Veldgids Europese zoogdieren, Peter Twisk, Annemarie van Diepenbeek & Jan Piet Bekker, KNNV Uitgeverij Utrecht, 2010. ISBN 978 90 5011 260 4.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten