Veldmuizenholletjes aan de rand van een akker bij Norg |
Muizen zijn leuk. Punt. Ik vind de bosmuis het allerleukst, ook al drijft dit diertje me bij mijn cameravalonderzoek naar boommarters soms tot waanzin. Gisteravond stuitte ik tijdens een avondrondje tot mijn grote vreugde weer eens op een 'veldmuizenstad'. Je kent het beeld vast wel, alsof iemand die zich stierlijk verveelde met een bezemsteel willekeurig gaten in de grond heeft gedrukt.
Sociaal?
Veldmuizen zijn sociale muizen. Dat wil zeggen, er leven soms meer dan twintig veldmuizen in één gangenstelsel. Maar over het algemeen zitten er maar een paar adulte dieren bij elkaar in de buurt. Ontmoetingen tussen soortgenoten gaan er ook niet altijd even vriendelijk aan toe. Blijkbaar zijn ook sociale muizen op hun privacy gesteld. Rondom de holletjes zie je vaak dat het gras is weg gegeten. En met een beetje goede wil, vind je daar soms wat gemorste hagelslag. Althans zo lijkt het. In werkelijkheid is het natuurlijk veldmuizenpoep.
Stapelvoedsel
Wat ik dan wel weer een beetje sneu vind, is dat veldmuizen door natuurliefhebbers vooral worden gewaardeerd omdat ze het belangrijkste prooidier zijn voor veel roofvogels, uilen en kleine marterachtigen. Stapelvoedsel wordt dat dan oneerbiedig genoemd. Alsof veldmuizen geen andere reden van bestaan hebben. En als ze zich dan al eens laten gelden en met duizenden gaan protesteren tegen de levensgevaarlijke arbeidsomstandigheden, is er weer een andere diersoort die last heeft van zo'n piekmomentje en ze met duizenden tegelijk verzuipt.
Veldmuizen dus. Met heel veel geluk worden ze 3 jaar oud, maar het overgrote merendeel kan niet eens zijn eerste verjaardag vieren. En dat is best jammer, want ik zou graag eens voor zo'n muizenverjaardag onder de grond worden uitgenodigd. Wel even checken of de hagelslag op de taart ook echt hagelslag is ;-)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten