Nestjes van de grijze ribbelboktor. |
Een poppennestje, wat schattig denk ik dan. Maar de natuur is over het algemeen niet schattig en als je in de verleiding komt om de haar wel allerlei liefelijkheden toe te dichten, is er altijd wel een boswachter of bioloog die je terechtwijst. De natuur vermenselijken is een doodzonde. Als ik het doe, kijk ik dan ook schichtig om me heen of er niet zo'n groen mannetje achter een boom staat.
Ontroering
Maar ik kon vanmiddag een lichte ontroering toch niet onderdrukken toen ik deze schattige nestjes onder de bast van een dode grove den vond. Dat was trouwens niet heel ingewikkeld want mijn collega Roelof Blaauw had me precies verteld waar ik moest zijn. Wat je ziet is inderdaad het nestje van een pop, maar dan van de grijze ribbelboktor. Haar larven leven onder de bast en maken in de herfst, als ze verpoppen, een speciaal kamertje van fijne houtvezels. De larve van de slanke dennensnuitkever maakt soortgelijke kamertjes, maar daarbij is meestal een heel karakteristieke uitvliegopening te zien.
Zeldzaam
Wat dan weer opmerkelijk is, is dat die ribbelboktor op waarneming.nl algemeen wordt genoemd, maar het aantal meldingen blijft beperkt tot enkele tientallen per jaar. Misschien dat Wikipedia er daarom vanuit gaat dat hij in Nederland nogal zeldzaam is. Ter vergelijking, er worden per jaar een stuk meer boommarters gemeld (enkele honderden). En die staat als zeldzaam te boek. Kortom, hoe algemener je bent hoe minder je wordt bekeken. En dat is best raar want het nest van een grijze ribbelboktor is bijvoorbeeld een stuk vernuftiger en mooier dan die van een boommarter. Die kraken gewoon het huis van een ander.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten