Ransuil en vuurtoren. * |
Gisteren was ik met drie fijne collega's voor een dagje op Schier. Ik verheugde me op een weerzien met een slechtvalk, een soort die ik in Drenthe niet iedere dag tegenkom. Vanuit de haven rechtsaf richting Herdershut, het biologisch station van de Rijksuniversiteit Groningen, fiets je langs een smalle kwelder. Als de dijk een bocht naar links maakt, worden de schorren breder en zit er in het najaar bijna altijd wel ergens een slechtvalk op een paal. Bijna altijd. Want vandaag dus niet.
Bij het Kobbeduin dan? Ja, daar zeker. Zie je wel. Onrust bij de wulpen, bergeenden, spreeuwen en steltlopers. 'Paniek', zeg ik bijna werktuigelijk tegen mijn collega's, 'er is vast een slechtvalk in de buurt'. Maar hoe ik ook door mijn verrekijker tuur, ik zie nergens ook maar iets dat in het silhouet van een slechtvalk past.
J.A. Baker
Als we richting duinen fietsen, denk ik even aan het prachtig lyrische boek van J.A. Baker over slechtvalken in Engeland. Hoe hij ze dag in dag uit volgt, hoe hij het licht bejubelt dat over het landschap trekt en hoe fijn het is om buiten te zijn en met bijna niets intens tevreden te zijn.
In de loop van de dag verdwijnt de slechtvalk langzaam uit mijn gedachten. Bij de vuurtoren vindt Hans een handpen van een ransuil (* ik dacht zelf dat het vanwege de verspringende bandjes een velduil was, maar Robert Pater wees me er op dat het toch ransuil is). En we worden aangesproken door de makers van het tv-programma Het eilandgevoel van Schiermonnikoog. Of we iets willen vertellen over wat wij met Schiermonnikoog hebben. We grappen dat Emiel niet mee kan doen omdat hij geen mediatraining heeft gehad, maar hij zegt uiteindelijk de mooiste dingen. En Karin vertelt een prachtig verhaal over een wandeling over het wad die ze ooit maakte. Wat ongelofelijk goed om hier met hun te zijn.
Als we een poosje later op de de kwelder aan de zuidwestkant naar al die mooie zoute plantjes kijken, zie ik het kadaver van een steltloper liggen. Een krombekstrandloper denk ik als ik naar de handpennetjes en het verdwijnende roestrood op het verenpak kijk. Het borstvlees is op een wel heel karakteristieke wijze uit het lichaam gepulkt: slechtvalk. Ook al zie je ze dan niet, ze zijn er wel. Altijd.
Krombekstrandloper als prooirest van een slechtvalk. |
Geen opmerkingen:
Een reactie posten