donderdag 6 februari 2014

Natuurspoorjournaal #61 - De kunst van het kijken


Omdat deze plukken huid bij een verse veegboom van een ree
lagen, ben ik er blind vanuit gegaan dat het de afgeschuurde geweibast van
een ree was. Eindelijk gevonden, hier had ik al zo lang naar gezocht! Snel naar huis om
het te delen met mijn vriendjes. Maar toen sloeg de twijfel toe, ik had helemaal niets
in het veld gecheckt, de stukjes vel niet meegenomen et cetera. Toen begon de twijfel, waren het
niet plukjes van een konijnenvel, afgescheurd door een buizerd? Een dag later
de stukjes vel weg. Jammer, geen definitief stempel voor dit spoor. Maar het blijft
een leuk verhaal. Dat dan weer wel.
Als jongetje leende ik uit de bibliotheek voortdurend een specifiek boek over de natuur. Ik weet helaas niet meer wat de titel was, maar dus wel dat ik het telkens opnieuw meenam. Tot groot vermaak van de bibliothecaresse. In dat boek stonden paar bladzijden over de ringslang en dat vond ik een vreselijk fascinerend dier. Een slang die in het water zwom! Op een gegeven moment wilde ik die slang ook graag in het echt zien. Dus trok ik er met mijn vriendje op uit. En jaar hoor, na niet al te lange tijd zag ik een ringslang in de sloot zwemmen! Onder het ijs. Een treffend voorbeeld van 'wat je wilt zien, dat zie je'.
Onlangs mocht ik een keer meehobbelen tijdens een cursusweekend over diersporen gegeven door René Nauta van Extra Survival. Tijdens die cursus deed hij met de cursisten een aantal zeer interessante kijkoefening. In een vak van ongeveer 1 vierkante meter op een ondergrond van gras, bladeren en andere natuurlijke doch verstorende elementen had hij tien wasknijpers en nog tien andere voorwerpen verstopt. De vraag luidde: zoek zoveel mogelijk wasknijpers of andere voorwerpen en wijs ze na een minuut een voor een aan. Je voelt het op je klompen aan. Zes wasknijpers en geen enkel ander voorwerp. Als je wasknijpers wilt zien, zie je ook alleen maar wasknijpers.

Kijkkunst
Dierspoorgoeroes Louis Liebenberg en Mark Elbroch zeggen in hun boeken veel interessante dingen over de kunst van het kijken. In tracking komen volgens hen wetenschap en storytelling samen. Voorstellings- en inlevingsvermogen zijn wat dat betreft belangrijke vaardigheden om op basis van de feitelijke sporen die je ziet een verhaal te vertellen. Welk dier was het, wat deed het, waar ging het naar toe, et cetera. Visualisation noemen ze het ook wel. Prachtig vak, maar ook gevaarlijk natuurlijk.
Ik vind het vertellen van verhalen namelijk het allerleukste en heb een rijke fantasie (althans vind ik zelf, al word geregeld zelfs een beetje gek van). Maar bij het interpreteren van sporen die je ziet is het toch het allerbeste om te beginnen met het verzamelen en benoemen van feiten, voordat je begint met het vertellen van het verhaal. In de buitengewoon leuke Facebook-groep Diersporen worden veel foto's gepost, waarna binnen mum van tijd de ene na de andere suggestie over het beeldscherm vliegt. Op Twitter is het wat dat betreft soms helemaal bal.
Annemarie van Diepenbeek verzuchtte daarop onlangs op Facebook, na een nieuw bombardement van berichtjes, iets in de trant van: waarom niet eerst in het veld met behulp van een boek proberen tot een determinatie te komen... Wat natuurlijk veel gebeurt is dat we juist een foto maken en thuis gaan proberen het raadsel te ontcijferen en dan wordt het soms heel erg lastig. Want je mist ineens de setting, kunt niet meer op zoek gaan naar aanvullende sporen en vaak heeft zich al een hardnekkig oordeel in je hoofd genesteld waar je thuis bewijzen of op internet bevestiging voor gaat zoeken. Niet zelden is dat oordeel gebaseerd op secundaire aanknopingspunten, zoals bijvoorbeeld: ik vond de keutel op een dassenburcht, dus moet het wel van een das zijn. Toch?

Wensdenken
En dan hebben we nog het prikkelende fenomeen van de zeldzaamheid. Iets wat zeldzaam is, is oneindig veel interessanter dan iets wat algemeen is. Dus is het veel spannender een grote prent in de sneeuw in een verlaten gebied aan een wolf toe te kennen, dan aan een hond. Maar soms weet je het gewoon niet zeker en moet je genoegen nemen met die conclusie. En nee, ik ben zelf niet verlicht. Ik maak me ook dagelijks schuldig aan wensdenken (zie ook het fotootje boven aan dit stukje). Ik hoop ook dat ik dat altijd blijf doen,
al is het maar om ooit nóg eens een keer een ringslang onder het ijs te kunnen zien zwemmen.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten