Maar het valt wat mij betreft nogal tegen met dat overspoelen. Ik heb in de afgelopen tien jaar om precies te zijn nul wasbeheerhonden gezien, ondanks dat ik best veel schemervelduren maak en tientallen dassen- en vossenburchten bezoek. Het idee is immers dat wasbeheerhonden graag dassenburchten kraken. Maar ook daar nooit een spoor van wasbeheerhonden. En ik zou het herkennen, want eind jaren negentig heb ik Oost-Polen meerdere keren marterhonden (zoals ze in Duitsland worden genoemd) gespoord en gezien.
Wat zo suf is, ik kan de dia's die ik toen van de sporen heb gemaakt, nergens terugvinden. Vaak wordt gezegd dat de prenten van wasbeheerhonden en die van vossen nauwelijks van elkaar te onderscheiden zijn. Maar in mijn herinnering was vooral aan het middenkussen wel iets te zien. Toen ik onlangs een fotootje van mijn collega Pauline Arends kreeg doorgestuurd van een zekere wasbeheerhondenprent, werd die herinnering weer bevestigd. Het is goed te zien dat het middenkussen uit drie duidelijke lobben bestaat. Bij vos en hond is dit veel minder prominent.
Waarschijnlijk aangespoord door deze herinnering, maakte ik laatst ergens in het Drents Friese Wold van een berg vossenpoep zonder moeite een mogelijke latrine van een wasbeheerhond. 'Die heb ik hier nog nooit gezien', vertelde een kennis van me die daar in de buurt resideert toen ik informeerde naar zijn ervaringen met wasbeheerhonden. Deze meneer maakt de meeste velduren van Nederland, ook bij nacht en ontij. Nu lig ik al een week met mezelf in de knoop. Wat moet de doorslag geven? Zijn kennis of mijn herinnering...
P.S. Via waarneming.nl zijn in 2012 slechts een handvol zekere waarnemingen van wasbeheerhond doorgegeven. In 2011 was dat niet anders. Ik ben zo benieuwd hoeveel er in de boekjes van de jagers staan, maar die houden het helaas bij 'we schieten er wel eens een'.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten