Qua sporen doet eekhoorn het natuurlijk voorbeeldig: grappige loopsporen (nou ja het zijn meer springsporen en vooral in de sneeuw te zien), mooie nesten en het zijn verwoede knagers, verstoppers en weer-opgravers. Maar echte poepers lijken het niet. Lange tijd dacht ik zelfs dat eekhoorns nooit naar de wc gingen. Nou ja, dat dacht ik natuurlijk niet echt, maar u begrijpt wat ik bedoel.
De uitwerpselen van eekhoorns zijn in verse toestand rond tot ovaal, ongeveer een halve centimeter groot. Als ze indrogen, krijgen de keutels karakteristieke deuken en butsen en zijn ze gemakkelijker te herkennen en onderscheiden van bijvoorbeeld de keutels van konijnen en hazen (ja, die komen ook in het bos voor).
Maar voor je ze kunt herkennen moet je ze natuurlijk wel eerst vinden. Meestal laten de schaduwstaarten de boel gewoon lopen als ze ergens in een boomtop aan het verpozen zijn. Maar soms heb je geluk en krijgen ze op de grond of op een boomstronk hoge nood. Voor een scatoloog zoals ik zijn dat altijd weer momenten van groot geluk. Maar het credo blijft, wie eekhoornpoep wil vinden, moet goed zoeken.
Ingedroogde uitwerpselen van de eekhoorn. |
Geen opmerkingen:
Een reactie posten