Cover Wild en bijster land. |
Er zijn boeken waar je reikhalzend naar uitkijkt. Wild en bijster land is daar een mooi
voorbeeld van. Het gaat over de Planken Wambuis (of spreek je het uit zonder
lidwoord?), een natuurgebied aan de zuidrand van de Veluwe. Dertig jaar geleden
kwam ik daar voor het eerst en ik zag er mijn eerste roodborsttapuit. Althans,
dat denk ik. En ik wilde er wonen. In Mossel om precies te zijn.
Ik kom er nog steeds graag, tenminste één keer per jaar. Eerst
vooral om ‘gewoon’ te wandelen, de laatste jaren steeds vaker om te struinen.
En dat is niet hetzelfde. Ik zoek er naar sporen van dieren die in mijn eigen
woonomgeving nog steeds animalis non
grata zijn. Ik probeer aan de hand van die sporen te begrijpen wat ze doen
en waarom. Ik probeer bovenal dichterbij te komen, vooral in figuurlijke
zin. Mooie foto’s van het Veluwewild zijn er al genoeg. Dit boek bewijst het.
Voorschotje
Een boek over een gebied waar je graag komt, kan twee dingen
doen. De ‘graagte’ versterken of juist het tegenovergestelde, de zorgvuldig
opgebouwde idylle wreed verstoren. Wild
en bijster land (uitgegeven door AFdH Uitgevers in samenwerking met
Natuurmonumenten) werd 17 november gepresenteerd. Helaas is het me nog niet
gelukt een hardcopy te bemachtigen, maar de uitgever was wel zo aardig me een
tijdje geleden al een drukproef toe te sturen. Maar als snel kwam ik er achter
dat het geen boek is om te ‘beoordelen’ op een computerscherm. Daar is de
vormgeving van het boek veel te mooi voor.
Toch neem ik alvast een voorschotje omdat ik zo ook wel kan
zien dat het een bijzonder boek is. Het gaat niet alleen over de fysieke
Planken Wambuis en de rijke geschiedenis. Wild
en bijster land is vooral ook een belevingsboek geworden met veel ruimte
voor bespiegeling en vragen. Een beetje in de rijke traditie van de Engelse
naturalisten, een ambacht dat Robert Macfarlane (ook al is hij literatuurdocent
in Camebridge) op dit moment aardig hoog houdt. Het zal dan ook wel geen toeval
zijn dat in Wild en bijster land meerdere
citaten van de schrijver van The wild
places groot staan afgedrukt.
Rijke variatie
Aan Wild en bijster
land werkten diverse auteurs mee met elk hun eigen toon en taal. Toch
hebben de teksten voor mij een opmerkelijke coherentie gekregen die me aan
de beeldende stijl van Macfarlane doet denken, als is het gelukkig wel wat
minder lyrisch. De inhoud (ik heb nog lang niet alles gelezen) is bovendien nieuwsgierig
makend. En er is zoals gezegd een rijke variatie aan invalshoeken. Ik heb
bijvoorbeeld erg genoten van het hoofdstuk Filosoferen
met de raven van Clemens Driessen. Jammer dat er in het Nederlandse
taalgebied zo weinig natuurfilosofische boeken zijn met deze leesbaarheid. Maar
ook de beschrijving van de tochten door het gebied zijn een genot om te lezen.
Als verstokt nachtstruiner las ik daarom met grote
belangstelling een van de laatste hoofdstukken met de veelzeggende titel Nacht.
En daar zit wat mij betreft tot nu het enige pijnpuntje. De tekst nodigt in al
haar ‘vezels’ uit om het gebied te bezoeken, ook ’s nachts. Maar dat kan en mag
niet. Voor zover ik weet kent Planken Wambuis een nachtsluiting…
Wordt vervolgd (als ik het boek daadwerkelijk in handen heb
gehad).
Geen opmerkingen:
Een reactie posten