maandag 26 augustus 2013

Reisbrief #2 - Jotunheimen

Landschap langs de Jotunheimsvegen. Op dit meer zwom een grote groep zwarte zee-eenden. 
De Jotunheimen wilden we eerst links laten liggen. Gelukkig wist collega Roelof me te overtuigen om er wel naartoe te gaan. De tocht vanuit Skabu via de Jotunheimsvegen was echter al een cadeautje. Je rijdt 50 km over een gravelweg in een Lord of the Rings-decor. Bij Bygden kom je, volledig uitgeput van al die spannende vergezichten, weer op de 'grote' weg naar het noorden.

Vlakbij Bygden ligt Valdresflye, in het broedseizoen een hotspot voor spannende vogelsoorten als kleine jager en giervalk. Maar broedseizoen is ook echt broedseizoen in Noorwegen. Het was er nu muisstil, alleen de resten van een tureluur en een watersnip verwezen naar andere tijden. In de fjellstue aten we als troost waanzinnig lekkere appel/perencake.

Op camping Maurvangen, de uitvalsbasis voor verkenning van de oostelijke Jotunheimen, zetten we ons tentje op. Als voorbereiding op de zogenaamde bessengraat-wandeling, deden we een inlooptochtje van een kilometer of 15 bij Valdresflye. Misschien leverde een langer verblijf in het gebied ook nog wat leuks op. Al moet ik er bij zeggen, dat we met het verwerken van die indrukwekkende landschappen al geheugenruimte (zowel in onze eigen bovenkamer als in de camera's) 'moeite' genoeg hebben.

Na niet al te lange tijd zag ik een smelleken op een rots zitten. 'Hier broeden ze dus', prevelde ik denkend aan de smellekens die je in Drenthe in het open landschap ziet jagen. En wat me ook altijd weer blij maakt is dat je in de meest onherbergzame landschappen de sporen van vossen tegenkomt. Ik hou van vossen. De vos is mijn talisman.

Berglemming. 
Hier dit kale stenige habitat eten vossen vooral berglemmingen (je hebt meer oostelijk ook nog de boslemming). Deze hamster-achtige knaagdieren zijn hier stapelvoedsel van veel roofdieren. Ik vond bijvoorbeeld haren van een lemming in een vossenkeutel en de 'plukresten' van een ruigpootbuizerd. En ook de steenarend zal het naast sneeuwhazen wel op lemmingen hebben voorzien. Ook deze prachtige vogel zagen we kort boven de afgeronde toppen zweven, zoals ik ook zo vaak in Zwitserland heb gezien begeleid door een torenvalk.

Dan moet ik het nog even over de rendieren hebben. Wat een prachtige beesten zijn dat, ook al zijn de meesten halfwild zoals dat eufemistisch wordt genoemd. Als je goed kijkt hebben ze een gekleurd flapje in de oren. Gelukkig doen de rendierhouders het iets charmanter dan bij ons met de koeien. In de nationale parken Dovre en Dovrefjell lopen nog wilde rendieren, die natuurlijk weer reteschuw zijn. Die halfwilde zijn juist erg nieuwsgierig, kun je ze tenminste een beetje goed bekijken...

Rendier in de Jotunheimen.
En die bessengraatwandeling? Dat is een verhaal op zich. In mijn dagboekje schreef ik: Onbeschrijfelijk. Punt. Maar er is zoveel meer over te zeggen. Misschien een volgende keer. Als voorproefje alsvast een plaatje van die befaamde bessengraat.

Zicht op de bessengraat nabij Gjendesheim.



Geen opmerkingen:

Een reactie posten