maandag 12 december 2011

Darwins iPad

Als je er vanuit gaat dat de mens een dier is, is de stad altijd een interessant oord. In deze biotoop kun je de diersoort mens uitstekend bestuderen. Daarnaast zijn er altijd wel andere medeschepselen te ontdekken, ook al is de wereld er nog zo versteend. Zo’n stad bestaat immers uit duizenden niches. In Londen, waar ik afgelopen weekend met mijn lief bij vrienden vertoefde, heb je bovendien het prettige idee dat een aantal van de grootste naturalisten uit de geschiedenis over je schouder meekijken.
Een van mijn voornemens was dan ook om een kijkje te nemen in het Natural History Museum (NHM). Hier worden de duizenden specimen bewaard die onder meer door Charles Darwin en Alfred Russel Wallace in de uithoeken van de wereld werden verzameld. Hier ligt zeg maar het basismateriaal waarmee beiden hun ideeën over evolutie vorm gaven. Maar ik bewonder Darwin en Wallace niet zo zeer om hun theorieën. Ik verslind vooral hun aanstekelijke verhalen over het veldwerk en laat me meezeulen in de romantiek waarmee ze doorwrocht zijn. Ik zie mezelf in hun voetsporen door bos en veld zwerven, op zoek naar schoonheid (ahum).

Geen wetenschapper
De praktijk is natuurlijk anders. Ik boor kevers geen naald door hun lijf om ze vervolgens op een stukje vilt te prikken. Ik schiet geen vogels uit de lucht om ze beter te kunnen bekijken. Ik ben geen aristocraat, geen wetenschapper en ik zal het denken over het ontstaat van soorten niet op de kop gaan zetten. Maar ik voel me wel een naturalist, een verzamelaar van natuur(belevenissen) om mijn eigen draai er maar even aan te geven. Dat leg ik vast in woord en beeld, voor mezelf en voor wie het verder lezen of bekijken wil.
Een natuurmuseum, waarvan het Natural History Museum in London een soort Champions Leage is, voelt voor mij als een clubhuis.Er werken mensen met een zelfde passie aan natuuronderwerpen en proberen anderen daarvan mee te laten genieten. Dat doen ze daar op een heel aanstekelijke manier. We zijn maar anderhalf uur binnen te geweest in het NHM, maar ik zou volgend weekend alleen al voor dat museum zo weer naar London gaan. Daarnaast zijn de vrienden de we hebben opgezocht ook nog eens van een buitengewoon prettige soort en liggen verspreid in London tientallen parken waar je zelf Darwinnetje kan spelen. Kortom, London is in meerdere opzichten een wereldstad.

Grijze eekhoorn
In het Hyde Park, vlak bij Buckingham Palace, viel mijn oog op een grijsbruin beest met een pluimstaart: grijze eekhoorn. En daarna zag ik er nog een paar honderd verspreid over al die stukken groen. Deze van oorsprong Amerikaanse soort is er ooit losgelaten en nu planten ze zich voort als konijnen. Londenaren vallen waarschijnlijk van hun stoel als ze ineens een rode Europese eekhoorn zouden zien. De eekhoorns in het park rond het huis van de Queen waren een stuk vetter dan die ik tijdens het hardlooprondje in Regents Park zag. ‘De koningin voert ze elke dag een beetje bij’, grapte N. Ik zag het helemaal voor me, Elisabeth die ’s ochtends met een zakje brood naar het park loopt, achtervolgd door twintig lijfwachten met geweren.
Nee, meer waarschijnlijk is dat die beesten moddervet worden gevoerd door alle toeristen. In het Regents park wordt vooral gesport en sporters hebben meestal geen zakjes brood bij zich. Dat moet de reden zijn dat de eekhoorns slanker en relatief lager in aantal waren. Maar stel nu dat je een Regents Park-squirrel bent en je hebt via de eekhoorntamtam gehoord dat het in de achtertuin van de koningin veel beter toeven is, hoe kom je daar dan? Een Ecologische Hoofdstructuur is er niet in London. Maar het zal mij ook niet verbazen dat die eekhoorns op de rustigste momenten van de nacht toch proberen van park A naar park B te komen via de überdrukke Streets of London.

Harrods
Hoe dan ook, dit soort overpeinzingen leiden je even af van de enorme hoeveelheid grotemensenspullen die overal in de stad worden verkocht. Zo’n Harrods bijvoorbeeld is een wereld op zich, je zou daar de rest van je leven kunnen slijten zonder dat je alles wat daar wordt aangeboden te hebben gezien. Sommige mensen zullen, net als ik, voor die tijd gillend het pand verlaten, maar dan is aan de overkant wel weer een prachtige winkel van Cotsworld, zeg maar de Engelse Bever. Of een Apple-store waar je na drie minuten het gevoel hebt een enorme loser te zijn omdat jij geen Apple hebt. Alle mensen die daar rondlopen hebben een gelukzalige glimlach op hun lippen. De postmortale hemel, zeg maar. Ik hoef zo’n iPad niet, dat is meer iets voor snobs. Ik ben een naturalist met romantische inborst en heb genoeg aan mijn opschrijfboekje en mijn verrekijker. Het liefst zou ik altijd een waxcoat dragen en van die enorme bakkebaarden kweken zoals Redmond O’Hanlon.
Aan de andere kant, zo’n iPad is wel weer heel handig om de prachtige interactieve website het Natural Historisy Museum te bekijken. En je foto’s zien er op zo’n tovertablet heel crisp uit. Bovendien is het toch wel weer een kek stukje technische evolutie… En als je even wat langer stilstaat bij het idee dat je op knaloranje hardloopschoenen door London rent, is de stap naar een iPad nog maar heel klein, vrees ik. Ik voel de evolutie in mezelf ineens heftig borrelen. Of ben ik gewoon koopziek geworden daar in London?



Grijze eekhoorn in Regents Park.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten