woensdag 7 september 2011

Wolven zien

De eerste wolf in Nederland, hij is gezien! Bij Duiven. Even kwam de flauwe gedachte bij me op dat het meteen ook een wolf is die kan lezen. Hij had honger en dacht, ik volg de borden naar iets eetbaars . Het plaatsje Ree was te ver lopen. Tot zover de flauwe grappen. Het was ook raar dat dit mijn eerste gedachte was. Niets geen opwinding, spanning of wat dan ook. En dat was wel een teleurstelling.

Als liefhebber van grote roofdieren is de eerste wolf in ruim honderd jaar iets om naar uit te kijken. Al een paar jaar verdiep ik me in wat er in de ons omringende landen op wolvengebied gebeurt. Vooral ook hoe ze bijvoorbeeld in Duitsland voorlichting geven over dit beest en hoe ze de bevolking proberen rustig te houden. Van nature zijn de mensen toch behoorlijk bang voor wolven, ook al hebben ze er nog nooit een gezien. Sprookjes laten blijkbaar diepe sporen achter in de menselijke ziel. Maar in Duitsland lijkt het vrij aardig te lukken om mens en wolf samen te laten leven.

Dichtbevolkter
Ik ben benieuwd of dat ook in Nederland gaat lukken. Want dat die wolf ooit weer voet op Nederlandse bodem zou zetten daar is iedereen het wel over eens. Nederland is nog iets dichtbevolkter dan Duitsland met iets meer infrastructuur en versnippering van natuurgebieden. We vinden het echter al verschrikkelijk als een vos een weidevogel verorbert, dus een wolf die voor de ogen van het publiek een reekalf verscheurt, leidt ongetwijfeld tot Kamervragen. Waarschijnlijk moeten we nog even wachten voor het debat echt op gang komt, want het lijkt erop dat de wolf het hazenpad heeft gekozen, terug naar Duitsland of naar zijn hok…

Want was het wel een wolf en was het een wilde wolf? Volgens de experts van Free Nature wel. Lichte wangen, donkere zadel (rug) en een krul in de staart. Bovendien was het dier duidelijk niet gewend aan mensen. 95 % zeker een wolf. Op de foto’s die bij het bericht werden gepubliceerd was een vage schim te zien van een roodbruin beest ter grootte van een jonge wolf. In kringen van ‘andere’ Europese roofdierexperts werd eerder in de richting van een jakhals gedacht. Een ontsnapt beest wellicht? In Duitsland barst het van de privedierentuinen, dus ook die optie moest worden onderzocht. Eigenlijk maakt het ook niet zoveel uit wat het is.

Waarnemen
Wat ik namelijk het meest interessant vind aan de ophef rond de Duiven-wolf is hoe wij als mensen waarnemen. Een van de ooggetuigen meldde op de televisie iets in de volgende trant: ‘Ik dacht eerst aan een herdershond, toen aan een vos, maar ik zag eigenlijk meteen dat het een wolf was. Zoiets weet je gewoon. Ik heb iets bijzonders gezien.’ Je hoort haar niet zeggen: ‘Ik zag een dier ter grootte van een hond. De kleur van de vacht was roodbruin.’ Punt. Want meer had ze niet gezien. Met andere woorden, er worden geen kenmerken benoemd, er wordt meteen een soort benoemd. Het liefst een zeldzame.

Ik permitteer me even een uitstapje. Ik kijk nu zo’n tien jaar intensief naar boom- en steenmarters. Deze soorten lijken erg veel op elkaar. Bovendien kan de ene soort expliciete kenmerken van de andere soorten hebben. Voorbeeldje, de boommarter heeft over het algemeen een roomkleurige tot gelige bef. Maar ook bij een steenmarter, die normaal gesproken een helderwit schortje heeft, kan dat wel eens naar geel neigen. Nog een overlap: een boommarter is sterk gebonden aan bossen, maar de steenmarter, die we vooral kennen als plafondplasser en remkabelknager, kan ook uitstekend klimmen en vindt een holle boom net zo goed als een warme zolder. Er is een groot verschil. Een boommarter is een stuk zeldzamer dan een steenmarter.

Toch is het verbazend hoe snel door natuurliefhebbers een flits van een marter in het bos, determineren als boommarter. Al snel wordt de relatie gelegd met habitat. ‘Ik zag een bruin beest ter grootte van een slanke kat in het bos, dus was het een boommarter.’ Kritische vragen over welke kenmerken de waarnemer precies gezien heeft, leiden stevast tot vervelende mailwisselingen. ‘Ik weet toch wel wat ik gezien heb.’ Meestal heeft men helemaal niet zoveel gezien en blijkt de waarneming vooral beïnvloed door wat men achteraf op internet of in boeken heeft gezien.
Ik snap het wel. Iedere natuurvorser wil graag een boommarter op zijn lijstje bijschrijven. Als je na jaren grasduinen eindelijk iets hebt gezien wat er heel veel op lijkt, laat je je dat niet weer afpakken. En al helemaal niet door jaloerse natuurvorsers zoals ik.



Wolf in gevangenschap (Bayerische wald).

2 opmerkingen:

  1. Je hebt het weer treffend beschreven. Ik heb van dit alles nog nooit een levend beest gezien, wel geroken :) in een school. Dan weet je genoeg, dan hoef je het dier niet eens te zien.

    BeantwoordenVerwijderen
  2. Als je voor jezelf reeds besloten hebt dat je iets gezien hebt, is het erg moeilijk je daar weer vanaf te krijgen... Dat heeft iedere natuurliefhebber wel eens meegemaakt (ikzelf in elk geval meerdere malen).
    Voortschrijdend inzicht op een later tijdstip wil je dan nog wel eens voormalige waarnemingen opnieuw doen overpeinzen...

    BeantwoordenVerwijderen