vrijdag 17 oktober 2014

Boeken - Het verlangen naar klapekster

Klik op het boek om hem te bestellen.
Koos van Zomeren hoeft zich niet meer te bewijzen. Hij staat in Nederland wat mij betreft op eenzame hoogte als natuurschrijver. In mijn kast staan stukgelezen juweeltjes als Zomer en Een vederlichte wanhoop. Mooie ronde verhaaltjes zijn dat. De laatste tijd heeft Van Zomeren, die zichzelf als schrijver met pensioen beschouwt, nog twee fijne boekwerkjes uitgebracht, een tweeluik. De eerste Het verlangen naar hazelworm kwam in 2013 uit en nu is er de winterse variant Het verlangen naar klapekster. Journaals noemt zijn uitgever, De Arbeiderspers, het.

Het ontbreken van een lidwoord in de titel maakt me nieuwsgierig. De stylist Van Zomeren doet dit vast niet zonder bijbedoeling. Ik maak er uit op dat het verlangen niet uitgaat naar de dieren an sich, maar vooral ook naar de sensatie die het zien van deze twee bijzondere dieren teweeg brengt. 'Electrificerend', noemt hij het zelf. Ik snap dat geloof ik wel.

Het is een mooie tijd om het tweede, mooi gebonden, boekje in de serie uit te geven. De 'gewone' klapekster broedt vooral in Noord- en Oost-Europa en in de loop van september druppelen ze langzaam ons land binnen. Uiteindelijk een paar honderd. Meer niet. Hier overwinteren ze vooral op heideveldjes. Dit jaar werd de eerste klapekster trouwens al gemeld op 24 augustus, vanuit het Fochteloƫrveen. De waarnemer werd op waarneming.nl meteen ter verantwoording geroepen. Als broedvogel heeft de klapekster Nederland eind jaren negentig al opgegeven en 24 augustus is dan wel wat aan de vroege kant voor een wintergast. Was het wel een klapekster en geen grauwe klauwier, vroeg een van de moderators? Maar de waarnemer was zeker van zijn zaak.

Van Zomeren twijfelt in het begin van zijn journaal echter nogal. Is het wel zinvol om een dagboek over klapeksters bij te houden. Ook als wintervogel is de klapekster aan het uitsterven. Schijnt. Op de site van SOVON ontbreekt een trendanalyse, maar als Van Zomeren het zegt, zal het wel zo zijn. Hij laat zich over het algemeen niet informeren door koekenbakkers. Ik was dan ook wel benieuwd op welke bladzijde Rob Bijlsma voor het eerst opduikt. Op pagina 16 om precies te zijn...

En zover ben ik nu. Ik durf niet verder te lezen, wetende dat ik daarna niet meer kan stoppen en het weer een jaar duurt voordat er heel misschien nog iets van zijn hand verschijnt. Met elk boekje dat hij schrijft, komt zijn definitieve pensioen dichterbij. En dat is een verdomd stekelige gedachte!

Klapeksterveldje bij de Gasterse duinen.






Geen opmerkingen:

Een reactie posten